442
(vermoedelijk bedoelt hij het vlakke van het terrein waarop de plaats
gebouwd is) voor uit zee komende schepen niet dadelijk te verkennen
is, doch eenmaal op de reede geankerd, kan het voor oorlogsvaar
tuigen niet moeilijk zijn, om het weerlooze plaatsje te vernielen.
Dr. Jacobs geeft omtrent Ampenan niet veel inlichtingenhij zegt
alleen, dat de pasangrahan in de onmiddellijke nabijheid van het
strand ligt, dat Ampenan een bloeiende handelsplaats is, die een
agentschap van de nu wijlen N. I. Stoomvaartmaatschappij bezit en
dat het plaatsje bestaat uit vier kampongs, resp. bewoond door Boe-
gineezen, Haleiers, Baliers en inboorlingen van het eiland zelve.
De weg, die van Ampenan naar Mataram loopt, is bijna 3 Java-
palen lang en loopt aanvankelijk, d. w. z. gedurende één paal, van
at' Ampenan tusschen boschgrond heen, zoodat op dit gedeelte voor
het dras-zetten van den weg vermoedeljjk geen vrees behoeft te be
staan.
Zooals reeds hierboven werd aangetcekend, snijdt de S. Djankok
den weg op 600 M. afstand van den vlaggestok. Deze rivier is niet
overbrugd, doch in den drogen tijd geen ernstige hindernis. De weg
is verder ruim en breed en meest met gras begroeid, zoodat hij voor
alle vervoer zeer geschikt is. Aan de O.-zijde wordt hij begrensd
door geheel laag land, sawah's, tabaksaanplantingen enz.; ten W.
eveneens door laag land, dat echter langzamerhand oploopt en hier
en daar bezet is met eenige weinige huizen en boschjes klapper-
boomen.
Versterkingen zijn niet aanwezig, althans daarvan wordt nergens
gerept.
Voorts kan, in verband met het irrigatiestelsel, de weg hier en
daar dras gezet worden en treft men er prigi's (steilten) in aan, die
echter, zelfs voor voertuigen, geen bezwaar opleveren. Ook voorbij
Mataram is de weg naar het binnenland ruim en goed.
Deze over het algemeen zeer gunstige getuigenis wordt door ver
schillende bezoekers gestaafd; ik vind zelfs vermeld, dat de weg van
Ampenan naar Mataram per dogcart is af te leggen, dat er tusschen
die twee plaatsen vier permanente bruggetjes te vinden zijn en dat
de weg, die van Ampenan tot Laboean Hadji, dus van het W. naar
het O. loopt, zeer goed door vrachtkarren te berijden is.