44B Dr. Jacobs noemt den weg van Ampenan naar Mataram zeer breed en goed onderhouden, constateert de aanwezigheid van gemetselde duikers en bruggetjes en zegt, dat hij langs de wegen in Mataram 50 meest oude kanonnen van het meest uiteenloopende kaliber heeft aangetroffen. De omstandigheid, dat hij overigens uiet van versterkingen spreekt, maakt het zeer waarschijnlijk, dat deze niet aanwezig zijn. Zollinger's beschrijving van den weg verschilt eenigszins met de voorafgaande. Deze geleerde zegt, dat men van Ampenan uitgaande eerst langs de kust gaat, dan een rivier de S, Djankok pas seert en zich vervolgens op een fraaien weg bevindt, die meer dan 40 voet breed en met wilde vijgeboomen beplant is en rechtstreeks op Mataram aanloopt. Zollinger bezocht echter reeds meer dan 40 jaren geleden Lombok; de toestand en de ligging van den weg kunnen daarom wel eenigs zins veranderd zijn. Yan Eek, ook van vele jaren geleden sprekende, zegt: „De kroon van alle wegen spant echter die van Ampenan naar de hoofdplaats Mataram, die ruim drie palen lang en 5060 voet breed is en met zijne aan weerszijden geplante vijgeboomen een ware lustweg mag heeten". Al het vorenstaande samenvattende, geloof ik niet te overdrijven, als ik den beschreven weg voor een zoo weinig bekend eiland, ten minste in den drogen tijd en wanneer hij niet hier en daar dras gezet is, bij uitstek goed en voor alle wapens bruikbaar acht. Hoe of de weg in den regentijd is, kan eenigszins worden afge leid uit de beschrijving van dr. Yan Rijckevorsel, die, een tiental jaren geleden, een reis door Indië maakte en op 24 October 18..? op het eiland Lombok aankwam. Hij verhaalt: „Te Ampenan ten 8 u. des ochtends te paard gestegen, moesten wij weldra tot de overtuiging komen, dat het onmogelijk zou zijn, om ook maar redelijk toonbaar in de hooge tegenwoordigheid van den Vorst te verschijnen. „De rivier, die wij moesten doorwaden, was gezwollen en daar het zwaar geregend had begin van den West-moesson was de weg, die anders zeer goed is, een soort beek, waarvan ons het slijk om de ooren spatte. Dl. I, 1891. 29

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 456