448 dan langs desa Bleutjong loopt. De afstand is volgens hem 3i/a paal en werd in 85 minuten afgelegd. Dr. Jacobs noemt den weg 3 paal lang en zegt, dat hij breed en lommerrijk is, door zeer geaccidenteerd terrein leidt en langs eenige kleine desa's en prachtige sawah's voert. Gfoenoeng San schijnt een zeer fraai van steen opgetrokken ver blijf te zijn, dat, van een groot en laaggelegen voorplein bezien, tegen de hellingen van een heuvel is gebouwd, uit tempeltjes en kiosken bestaat en een dicht bosch als achtergrond heeft. Op het voorplein zelve worden bassins aangetroffen, die steeds van versch. water .worden voorzien. Neemt men de opgaven van luit. Bollaan omtrent den afstand als juist aan, dan doet de omstandigheid, dat over 3 V, paal bijna anderhalf uur is gedaan, denken, dat de weg niet zeer gemakkelijk is. Misschien is nog al wat tijd verloren gegaan met het overtrekken van de verschillende riviertjes, die niet overbrugd schijnen te zijn; in elk geval geloof ik echter te mogen aannemen, dat de weg voor alle wapens, behalve misschien voor veldartillerie, geschikt is te noemen. Voor zooverrre ik heb kunnen nagaan, is de controleur Heyligers, de eenige Europeaan geweest, die het in 1884 nog onvoltooide lust oord „Narmada" heeft mogen aanschouwen. Van dat bezoek valt uit de beschrijving slechts weinig bijzonders te putten. Narmada moet 12 paal van Ampenan liggen; in welke richting wordt even wel met vermeld. De weg schijnt goed te zijn; hij werd te paard afgelegd in drie uren en kan dus geen bijzondere moeielijkheden opleveren. Het lustverblijf heeft een omtrek van 1 /2 paal, is terrasvor mig aangelegd, bestaat uit een op zeven terrassen gebouwden tempel en eenige, op verschillende hoogten aangetroffen koepeltjes en visch- vijvers. Zollinger, die op zijn reis naar de G. Sankaréan den nacht te Pringa-rata, een plaatsje midden in het eiland aan den weg van Ampenan naar Lombok, doorbracht, beschrijft deze desa als een kleine, arme kampong, waar de vorst een kleine hut heeft, die hem tot wo ning dient, als hij in de omstreken gaat jagen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 461