458 waai' Arabieren gevestigd zijn, tegen de Baliërs opgezet; ja, er moeten zich te Ampenan zelfs een paar Turken vertoond hebben, die de Mahomedaansche bevolking tot verzet tegen het bestaande ge zag hebben aangespoord. De meegaandheid op het gebied van godsdienst van den tegen- woordigen vorst is spreekwoordelijk; hij hindert noch Mahomedanen, noch Chineezen, noch Europeanen in de uitoefening van hun geloof. Alleen wanneer men zijn gezag te na komt, is hij onverbiddelijk- Freijss deelt o. a. mede, dat na een oproer in December 1855, waarbij verdrijving van de Balisehe overheersching op den voorgrond stond, de vorst aan de bevolking had verboden, om in de tempels tot het gebed samen te komen. Yermoedelijk is deze maatregel echter niet van langen duur geweest. De Baliërs op Lombok zijn verdeeld in vier kasten, de Brahma nen, Shatria's, Wasiya's en Soedra's. Behalve tusschen de Shatria's en de Wasiya's, die zich zoo danig vermengd hebben, dat men ze bijna niet meer van elkander kan onderscheiden, zijn huwelijken tusschen de verschillende kasten verboden. Zollinger vermeldt nadere bijzonderhedeu omtrent deze standver- deeling in het over den godsdienst handelende hoofdstuk van zijn werk. H. P. WILLEMSTIJN, Wordt vervolgd.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 471