463 strijd; is zij na die information nog genegen om den man harev keuze in het leven ter zijde te staan, welnu, dan geloof ik, dat zulk een huwelijk niet alleen geen afkeuring verdient, maar den officier zelfs ten goede komt. Een bekend Bataviaasch geneesheer, van geboorte een buitenlan der, die korten tijd geleden een verslag publiceerde en waarlijk met kennis van zaken kan medespreken, wees in dat verslag met veel ingenomenheid op den moed der Nederlandsche en Nederlandsch- Indische vrouwen, een moed, die helder aan den dag was gekomen bij het zich willig leenen tot en bij het zonder angst doorstaan van de smartelijkste operatiën. Welnu die physieke moed gaat bij de meesten gepaard met een groote dosis moreele flinkheid, welke laatste vooral in het licht treedt bij het afscheid van den man, wanneer de krijgstrompet hem te velde roept. Hoevelen hebben hare echtgenooten op het laatste oogenblik nog niet moed ingesproken, hoeveel duizende zijn niet gedurende een vol jaar en soms nog langer alleen achtergebleven met kommernis in het hart, doch luchtige blijmoedigheid in hare aan den echtvriend gerichte brieven F Kortom, in algemeenen zin mag het huwelijk niet afgekeurd wor den en verdient dan ook de houding, die het Legerbestuur ia deze aangelegenheid aanneemt, alle toejuiching. Onberaden, na onvol doende kennismaking aangegane of op woest opflikkerende hartstoch ten gebaseerde huwelijken zijn in elk land, onder alle omstandigheden en dus ook in Indië te verwerpen; echtverbintenissen van twee jonge menschen, nog kinderen als het ware, die het er maar op wagen, om samen naar de hun geheel onbekende koloniën te trekken, zijn waagstukken, die maar al te dikwijls mislukken, doch wel overdachte, op wederzijdsche achting en liefde gegrondveste verbintenissen heb- beu onze volle sympathie, ook al laat het zich aanzien, dat de levensstrijd den contractanten alles behalve zal gespaard worden. April 1891.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 476