5Ö6
spreiding der volle projectielen het verschil in aanvankelijke snelheid
en het verschil in verheffingshoek, waaronder ook de fout in het
richten moet gerekend worden. Bij de granaatkartets als spring-
projectiel komt nu nog de spreiding tengevolge van het verschil
in brandtijd der buizen.
Om na te gaan welken invloed de hoofdoorzaken op de spreidin
gen hebben, heb ik de schootstafel voor het Getr. Br. kanon van
12™ t°t uitgangspunt genomen. Hierin staat vermeld, dat de
50°/o lengte-, breedte- en hoogtespreidingen van de G. K. T. als vol
projectiel gelijk zijn aan die van de G., waarom dan ook voor die
spreidingen de schoten met G. voor mijne berekeningen gediend
hebben.
28 schoten, met de lading van 1,1 KG. gedaan, hebben gediend
tot het meten van den verheffingshoek. Deze is bij elk schot afzon
derlijk door mij berekend met de formules:
4 yo cos.Vfpy;Mgt2en tang' (a+^ d S atang.«
en hierbij heb ik gevonden, dat zoowel de grootste als de kleinste
verheffingshoek -j- 4 30 met den gemiddelden verschilde.
62 schoten, met deze lading gedaan, hebben gediend voor de be
rekening van de aanvangssnelbeid. Waar de snelheid in slechts één
punt van de baan gemeten is, heb ik hiertoe gebruik gemaakt van
de formule:
v/0 cos. -f |3)
en waar in twee punten van de baan snelheid gemeten is, heeft de
formule v70 cos. -j- VJL hiertoe gediend. Voor
x v/x. X \/x
elk schot heb ik de 0 berekend en zoodoende gevonden voor de
grootste v/0 292,3 288,4 -f 3,9 en voor de kleinste y0 284,4
288,4 -4. (288,4 is de in de schootstafel aangegeven y/0-)
Hoogstwaarschijnlijk zal de geheele spreiding in j3 en in /0
grooter zijn dan hier gevonden is; maar voor het doel, waarvoor
deze waarden door mij berekend zijn, is het voldoende deze te ge-
1 Cg X X