42 afgekeurd, doch de leverancier belooft andere van betere kwaliteit, te leveren, de arbiters toch worden opgeroepen, om uitspraak te doen. Twee menschen zijn het met elkaar eens, maar er komen toch scheids rechters, om te beslissen (watP). Kan het dwazer? Toch hebben wij zulk een geval bijgewoond. De uitspraak van de hierboven bedoelde garuizoens-keuringscom- missie moet in het hoogste ressort geschieden, zooals thans die van de arbiters. Het keuren door de officieren der week is thans, nu er arbiters zijn, die de uitspraak van eerstgenoemden te niet kun nen doen, een wasse neus. Die keuring kan dus gerust vervallen, waardoor zooveel officieren minder aan hunne gewone diensten behoe ven te worden onttrokken. De garnizoens-keuringscommissie behoort samengesteld te zijn uit twee troepenkapiteins, bijgestaan door een officier der militaire admi nistratie, die de noodige warenkennis bezit om de commissie te kunnen voorlichten. De officier van gezondheid of apotheker, die thans in de commissie van arbiters plaats neemt, is dan geheel over bodig, omdat hij, die op de hoogte van warenkennis is, ook wel zal kunnen uitmaken of de ter keuring aangeboden vivres al dan niet schadelijk zijn voor de gezondheid. Op deze wijze zal zich het allerzotste geval, dat de dokter moet constateeren, of brandhout of petroleum al dan niet schadelijk is voor de gezondheid van den soldaat, niet meer voordoen. En nu de plaats van levering. In verscheidene garnizoenen ziet men, op den dag der tiendaagsche fourageering, de kapiteins en luite nants der week yan de verschillende korpsen in allerlei richtingen door de kotta zwermenbij den eenen leverancier wordt de rijst gefourageerd, bij een anderen het brandhout, bij een derde de koffie enz. Op die wijze wordt een groot aantal officieren een halven dag aan de gewone diensten onttrokken, wat bij het bestaan van eene vaste garnizoens-keuringscommissie niet noodig zoude zijn. Daarenboven strookt het o. i. al heel weinig met het gewenschte decorum, dat officieren in volle uniform verplicht zijn om in allerlei onoogelijke krotten in de Chineesche kamp of andere achterbuurten, waar gewoonlijk gefourageerd wordt, te kruipen. Komen de arbiters op, dan wordt de vertooning nog fraaierhet komt ons voor, dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 53