524 digheid, dat de poenggawa's dikwijls door de breedte van het gan- sche eiland van de door hen bestuurde afdeeling zijn gescheiden, schadelijk op den goeden gang van zaken, hetgeen o. a. blijken kan uit het feit, dat aan de O.-kust een levendige slavenhandel wordt gedreven en de daar liggende streken eenige jaren geleden in een staat van ordeloosheid en wanbeheer verkeerden, die verregaand en zeer ten nadeele van landbouw en handel was. De bevolking aldaar stond weinige jaren geleden en staat mis schien nog nagenoeg niet onder toezicht, terwijl het recht van den sterkste zich oppermachtig doet gelden. Onder het toezicht van de verschillende poenggawa's zijn pembe- kels (dorpshoofden) met het bestuur der desa's belast. De waardigheid van pembekel is de hoogste, waartoe onder het Balische bestuur, Sasak's kunnen opklimmen en berustte, vroeger al thans, voor het meerendeel in handen van inboorlingen. In den laatsten tijd schijnt echter ook in dezen toestand verandering- te zijn gekomen, ten minste Heyligers schrijft, dat slechts drie der pembekel's Sasak's, de overigen Hindoe-Baliërs zijn. Daarmede heeft men den laatsten schijn van bemoeienis met het bestuur aan de Sasak's ontnomen. Dr. De Hollander zegt, dat er nog onderscheidene Radens, afstam melingen der voormalige Sasaksche vorsten zijn, die zekere privilegiën en inkomsten genieten, doch nimmer eenige administratieve betrekking bekleeden. De alleenheerschappij over Lombok en Karang-asem (Bali) berust in handen van Ratoe Agoeng Gr'dé Karang-asemeen hoogbejaard man, die nu reeds 85 jaren oud moet zijn. Met het oog op dezen, voor een Inlander vooral zeer hoogen leeftijd ligt het voor de hand dat de quaestie der erfopvolging binnen niet te langen tijd aan de orde zal komen. Blijkbaar zijn er vier personen uit de vorstelijke familie aanwezig, die met meer of minder recht hunne aanspraken op den troon zouden kunnen doen gelden en die pretentiën nu reeds door allerlei kuiperijen trachten voor te bereiden en te steunen. Voegt men nog hierbij, dat de thans gevolgde richting in 't bestuur ook niet in den smaak der Baliërs schijnt te vallendan zijn er

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 541