526
tegenwoordig bedroeg en op 450000 a 500,000 inboorlingen kon
geschat worden.
De statistiek in Europa leert, dat van 10000 personen er gemiddeld
4000 tusschen den leeftijd van 15-40 jaren vallen. Yan 600000
menschen zijn er dus in Europa 240000, wier ouderdom binnen de
genoemde grenzen vallen.
Aangezien nu onder volwassen menschen, het aantal mannen en
vrouwen ongeveer gelijk staat, zouden in Europa van 600000 men
schen hoogstens 120000 mannen van 15-40 jaren op de been gebracht
kunnen worden.
Ik heb hier deze jaren aangenomen, omdat, naar mijne meening,
gedurende dien tijd een Inlander de wapenen zal kunnen dragen.
Bij den korteren gemiddelden levensduur van Inlanders zullen op
10000 Sasak's echter bijna zeker minder dan 4000 lieden van 15-40
komen en bovendien nog een zeker procent als ongeschikt voor den
dienst moeten worden afgeschreven.
Al te maal redenen, om het cijfer 100000 als een maximum voor
het aantal weerbare mannen aan te nemen.
Van die 100000 man worden er, volgens Heyligers, 20000
bestemd om in geval van oorlog koelie- en transportdiensten te
verrichten.
De Sasak's zijn, blijkens de verschilleude opgaven, geheel ongeoefend
en in vredestijd zelfs niet met geweren bewapend. In geval van
nood worden zij opgeroepen en voor het grootste gedeelte van lansen,
voor een klein deel van vuursteen- en percussiegeweren voorzien.
Elke inboorling van Lombok draagt verder een kris; klewangs wor
den, volgens Zollinger, op Lombok niet veel gebruikt. In hoeverre
deze bewering juist is, kan ik niet opgeven.
Omtrent de militaire eigenschappen van de oorspronkelijke Lombok-
sche bevolking kan niet veel gezegd worden.
Van Eek beweert, dat de eenige maal, dat wij tegenover de Sasak's
hebben gestaan, in 1765 is geweest, toen de vorst van Mataram een
gedeelte van het door een contract met ons verbonden Soembawa zou
hebben veroverd.
Leest men, dat, altijd volgens Van Eek, 93 soldaten van Makassar vol
doende zijn geweest, om den Datoe van Soembawa in zijn rechten te