583 gebracht; nu de uitvoerrechten echter zoo hoog zijn, schijnt er met den Lombokschen paardenhandel niet veel voordeel meer te behalen te zijn en deze dus tot zeer bescheiden afmetingen teruggebracht te zijn. De vorst van Lombok moet in het bezit zijn van een paarden- stoeterij, waarin hij allerlei rassen laat croiseeren. De uitkomsten schijnen evenwei weinig bevredigend te zijn. Buffels worden voldoende voor den landbouw, rundvee slechts in gering aantal aangetroffen, terwijl van de varkensteelt door de Mah. bevolking natuurlijk slechts weinig werk wordt gemaakt. Herten zijn in groote hoeveelheden in de wildernissen te vinden. Op de riviervischvangst schijnt de bevolking zich niet bijzonder toe te leggen; onder de bewoners van de kusten, vooral van de N.-kust, worden evenwel veel visschers aangetroffen die een smakelijke soort gedroogden zeevisch in den handel brengen, waarvan een beduidende hoeveelheid wordt uitgevoerd. De vorst van Lombok heeft veel liefhebberij in de vischteelt en moet dan ook, volgens eenstemmige getuigenis van de dat eiland bezocht hebbende personen, bij al zijn lustverblijven in 't bezit van goed gevulde vijvers zijn. Omtrent de voortbrengselen uit het delfstojfenrijk zijn de gegevens nog zeer vaag. De Heer King vermeende, dat in de bergen van het Z. O. gedeelte van Lombok, nabij Pidjoe, koper moest worden gevonden; dr. Jacobs maakt melding van de aanwezigheid van tin op het eiland. Anderen weer deelen mede, dat in het Z, van Lombok veel sal peter, steenkolen en ook tin wordt gevonden doch dat de vorst de exploitatie niet gaarne ziet. X. Handel en nijverheid. Zooals hierboven reeds werd medegedeeld, beschikt Lombok voor een nog weinig bekend en vrij afgelegen eiland over een zeer vol doend aantal communicatie-middelen, welke uit den aard der zaak strekken, om het handelsverkeer gemakkelijk te maken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 550