547 plaats verwijderd, depotbataljon gezonden, om daar in de ge heimen van de krijgskunst te worden ingewijd. Zij worden daar ontvangen door onderofficier en, korporaals en reeds eenigen tijd dienende manschappen van hun eigen landaard, die hun in het Javaansch natuurlijk want zij kennen geen woord Maleisch, laat staan Kazerne-Maleisch de noodige inlichtingen geven. De offi cieren echter hunner compagnie evenals het Europeesch kader, dat anders toezicht zou kunnen houden op zijne Inlandsche collega's, kunnen hen niet verstaan, evenmin als de recruten een woord begrijpen van hetgeen die meerderen hun zeggen. De nieuwelingen trachten echter de klanken op te vrangen, herkennen vaak een Maleisch woord, maar dat soms in 't Javaansch een geheel andere beteekenis heeft dan in het Kazerne-Maleisch, trachten te antwoorden, waarbij zij zich ook weer van verkeerde woorden bedienen en eindigen met gestraft te worden, eigenlijk, omdat zij zich niet behoorlijk hebben kunnen verstaanbaar maken aan een meerdere, die hun zooal niet ook onverstaanbare dan toch zeer onduidelijke vragen stelde. Langzamerhand leeren de nieuw aangekomenen genoeg kazerne woorden en uitdrukkingen, om althans in hoofdzaak den meerdere te kunnen begrijpen of zoo ongeveer te vatten, wat deze wil. Yan 't aanleeren eener taal is geen sprake; de Javaan blijft in het Ja vaansch deuken trouwens onder zijn kameraden, met zijn vrouw, enz. spreekt hij nimmer Maleisch en tracht, wanneer hij iets te zeggen heeft, zijne gedachten in Kazerne-Maleisch weer te geven, waar bij de zinbouw natuurlijk geheel Javaansch is, wat ook weer dikwerf een bron van ellende voor hem wordt, wanneer hij te doen heeft met een meerdere, die slechts op de hoogte is van Kazerne-Maleisch Dit Kazerne-Maleisch is dus niet ontstaan uit de taal, die de In landsche soldaat vóór zijn in dienst treden sprak, want wat wij hier voor den Javaan zeiden, geldt evenzeer voor de andere landaar den, terwijl Maleiers zich zelden of nooit laten aanwerven neen, dat Maleisch is van Europeesch fabrikaat! Het is het Laag-Maleisch, dat de baar bij zijn komst in Indië hoort spreken, vermengd met een aantal Nederlandsche woorden met een Maleisch-Rotterdamsch (of elke ander Nederlandsche stad, die gij maar wilt!) accent uitgesproken en waarvan het aantal af-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 564