556 vormen meletoes, menjala, mengalahkanmentjoeri, menginëpmenan- gis en menjcmji te wijzen, die wij bij 't doorbladeren tegenkwamen als representanten van behoorlijk geconstrueerde actieve werkwoords vormen en moeten we even nog de vraag stellen waarom, in strijd met spelling en uitspraak, tabeh, ajohranteh en een groot aantal andere woorden met een h op 't eind gespeld zijn. Het eerste aanhangsel komt ons totaal overbodig voor. Waarom zou het bijv. voor den Europeaan lastig zijn bientangbanting banteng, benting en boenting uit elkaar te houden Dat deze woorden in Arabisch-Maleisch schrift niet te onderkennen zijn en daardoor aanleiding kunnen geven tot verwarring, willen wij aannemen, maar dat heeft immers niets met de uitspraak te maken. Men zou dan evengoed kunnen beweren, dat voor een Pranschman, die Neder- landsch leert, woorden als bakbeekbok, boekbuik moeilijkheden zullen veroorzaken. Nuttiger was het bijv. geweest, indien in een aanhangsel ware gewezen op de omstandigheid, dat bij den Inlander het begrip van het bijzondere veel meer bestaat dan bij ons en bijv. waar wij het werkwoord dragendoor er een bepaling in do hand, op den rug, enz., bij te voegen, steeds kunnen gebruiken, hij naarmate van de bij zondere beteekenis gebruik moet maken van membawamemikoel, men- doekoêng, menggëndoengmengandoengenz. Het 2° aanhangsel geeft eene beschrijving van de meest voorko mende Indische groenten, kruiden enz., alsmede Van een paar Indische keukengereedschappen, en mag in haar soort zeer goed geslaagd heeten. Dat zij echter veel nut zal afwerpen, kunnen wij niet aan nemen; dergelijke dingen leert men beter door een 'n paar keer her haald bezoek aan een keuken dan door de beste beschrijvingen, Aan het einde van ons overzicht gekomen, kunnen wij niet nalaten te verklaren, dat de arbeid van den Iieer Rouveroij van Nieuwaal ons zeer heeft teleurgesteld. Immers, wat ons daarin, vooral onder de gesprekken, wordt aangeboden, is niets dan dat „ellendigste Laag- Maleisch", waarover de schrijver terecht den staf breekt. Het uit Nederland afkomstige Eur. kader zal zich wel zonder deze handleiding in minder dan geen tijd op de hoogte van dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 573