DE TRANSPORTDIENST TE TELDE BIJ HET NEDER LANDSCH INDISCHE LEGER Met dit opstel beoog ik niet eene afkeuring van den tot dusverre bestaanden transportdienst te velde, maar wenschte ik alleen eenige opmerkingen ten beste te geven over de jongste expeditie naar Zuid-Plores en naar aanleiding daarvan een voorstel te doen tot indienststelling van andere transportmiddelen, die m. i. minder be zwaarlijk, vooral in moeielijke terreinen, te benutten zouden zijn. Een goed geregelde transportdienst bestaat bij ons leger niet. Sedert tal van jaren wordt, als een troep te velde gaat, de trans portdienst verricht door dwangarbeiders, die van heinde en ver verzameld en onder zoogenaamde mandoers, eveneens gestraften, de colonne moeten volgen. Gewoonlijk worden dan eenige gegradueerden bij den trein als toe- zichthebbenden ingedeeld, terwijl een officier met het administratief beheer wordt belast. Dat zulk een saamgeraapte troep, vooral wanneer de tijd vóór het vertrek naar het terrein des oorlogs zeer beperkt is, gewoonlijk niet van het allerbeste gehalte is, laat zich wel denken. Slechts vluchtig worden de dwangarbeiders aan een geneeskundig onderzoek onderworpen, zoodat bij aankomst op het oorlogsterrein dikwijls blijkt, dat men meer last dan voordeel van hen heeft. Ook is het overwicht van de zoogenaamde mandoers over hunne ondergeschikten al zeer treurig te noemen, 't geen trouwens wel voor de hand ligt, daar zij toch als medegevangenen op geen gehoor zaamheid of respect kunnen aanspraak maken. Dat deze omstandig heid belemmerend werkt op den goeden gang van zaken, is wel te begrijpen. Gedurende de jongste expeditie naar Zuid-Plores heb ik getuige

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 57