47 kunnen zijn van de vele gebreken, die den transportdienst te velde aankleven. Daar toch, waar de transportweg gaat over zeer bergachtig terrein, doorsneden door gemiddeld 100 M. diepe ravijnen, terwijl het voetpad op sommige gedeelten zoo smal was, dat men er slechts man voor man langs kon, was de transportdienst zeer bezwaarlijk, en kwamen de gebreken daarvan helder in 't licht. De opvoer van vivres ging dan ook met zeer veel moeielijkheden gepaard en was eigenlijk vrij gebrekkig te noemen. Ieder dwang arbeider kon slechts met een gewicht van 20 KGr. worden bevracht, en reeds dat gewicht was voor velen bij het bestijgen van hellingen, waaronder van 30°, te zwaar. Dit moet als oorzaak aangemerkt worden van de vele ziekten, die onder hen heerschten en hoofdzakelijk het gevolg van uitputting- waren. Op den langen duur, en vooral wanneer door aanhoudende regens de wegen of beter de voetpaden glibberig geworden waren, zoude de transportdienst per dwangarbeiders zoo niet onmogelijk dan toch zeer bezwarend gewerkt hebben. Het zou m. i. daarom noodzakelijk zijn het transportwezen belang rijk te verbeterenmaar hoe en door welke middelen Een antwoord op deze vraag is, dunkt mij, niet moeielijk te vinden. Wanneer men eenigen tijd in Java's binnenlanden heeft vertoefd, dan ziet men op de groote postwegen naar Semarang en Magelang vaak eene menigte zoogenaamde pikolpaardjes, die met vrij zware vrachten beladen vice versa de reis naar Semarang of Magelang maken, terwijl zij, slechts geleid door een paar met lange cham- brières gewapende Inlanders trouw achter elkander den kant. van den weg volgen. Zouden dergelijke paardjes niet evengoed voor den transportdienst te velde te benutten zijn? Yroeger toch werd te Atjeh eveneens daarvan gebruik gemaakt, en zoo ik meen vooral in den beginne met vrij veel succes. Dat dit transportmiddel sedert in onbruik is geraakt, vindt zijn oorzaak in den aanleg van den stoomtram, waarmee het vervoer van vivres naar de verschillende posten thans plaats heeft.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 58