49 Ik wil evenwel niet beweren, dat de dwangarbeiders voor den transportdienst geheel gemist kunnen worden; voor het vervoer van zieken en gewonden bijv. zijn zij onmisbaar. Daartoe zouden de pikolpaarden ten eenenmale ongeschikt zijn. Steeds zoude dus een zeker aantal dwangarbeiders aan eene expe- ditionnaire colonne moeten toegevoegd worden, maar dan ook speciaal als hulp bij de ambulance en tot het verrichten van koeliedieusten in bivaks en versterkingen. Nog verdient vermelding, dat de opvoer van vivres te Zuid-Flores zeer vergemakkelijkt werd door het daartoe bezigen der muildieren van de sectie bergartillerie tusschen den bergrug goenoeng Sekèngè en het laatste bivak, Bo Rewoe, en later voor een korten tijd tus schen het bivak Watoe Loko en den zooeven genoemden bergrug. De 500 dwangarbeiders, die aan de colonne waren toegevoegdzouden hoogstwaarschijnlijk, zonder de hulp dier muildieren, onvoldoende voor den opvoer van vivres zijn geweest. Maar niet overal in Indië vindt men zulke tereinen als die te „Zuid-Plores", hoor ik mij tegenwerpen. Dat is volkomen waar, maar al moet geageerd worden in vlak ter rein, dan nog misschien zouden pikolpaarden beter voor den transport dienst te benutten zijn dan de dwangarbeiders, want ook over den vlakken weg zoude men met dezelfde moeielijkheden, als hiervoren zijn opgesomd, te kampen hebben. W. J. Philips. Willem I, December 1890. Dl. 1, 1891. 4

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 60