70
waarin zij onderwijs genoten, evengoed op de hoogte zijn. De stu
dielasten der instructeurs en het procesverbaal van examen bewijzen
het tegendeel.
Wat aangaat de volgende alinea vermelding der wetenschappen
(wiskundige, letterkundige en andere, of onderdeelen daarvan), waar
aan de officier zich bij voorkeur en met succes wijdt of in welke hij
het meest uitmunt verwijzen we naar onze aanteekeningon om
trent kolom 6, namelijk naar hetgeen we daar zeiden omtrent de
militaire kundigheden.
Wel heeft het Legerbestuur meerderen waarborg voor de waarde
van dergelijke aanteekeningen willen hebben en daartoe de woorden:
„en met succes" in de betrekkelijke bepaling tusschengevoegd, doch
of dit zal helpen, blijft de vraag, de ondervinding zal dit moeten
leeren.
Kolom 8 39). In deze kolom behoort, evenals in de vroegere
kolom 13, te worden vermeld de soort van ijver alsmede de wijze
van dienen, terwijl thans nog in kolom 8 moet worden bekendge-
steld de wijze van omgang met zijne minderen, hetgeen vroeger in
kolom 6 karakterbeschrijving geschiedde, waar het echter min
der thuis behoorde.
Ook omtrent kolom 9 de vroegere kolommen 14 en 15 valt
niets bijzonders aan te teekenen.
Aangaande kolom 10 41 valt eene verbetering te consta-
teeren. "Volgens de vroegere vigeerende bepalingen moest toch het
vermelden der geschiktheid voor speciale betrekkingen nu eens in
kolom 16, dan weder in kolom 11 geschieden; vergissingen kunnen
nu daarmede niet meer plaats hebben.
Ook de bepaling dat eene aanteekening aangaande de kennis en
den aanleg voor den dienst bij den generalen staf niet meer noodig
is, is juist gezien, daar die vermelding toch nimmer eenige waarde
had, tenzij den betrokken persoon de geschiktheid voor dien dienst
door het Legerbestuur was toegekend.
In de toelichtende paragraaf missen we de bepaling, dat bij ont
kennend antwoord deze kolom met eene streep kan worden inge
vuld; eene dergelijke bepaling vindt men wel omtrent kolom 3.