87
schrijver Barre, welke mij, door hare volledigheid en haar practischen
zin, zoowel een geschikt en bruikbaar leerboek voor hen, die zich op de
studie van het militair recht willen toeleggen, als oene uitnemende lei-
raad voor hen, die geroepen zijn het militair recht toe te passen, is
gebleken te zijn.
De verdeeling dor behandelde stof is gelukkig en rationeel, zooals uit
de inhoudsopgave reeds terstond blijkt; de betoogtrant is eenvoudig en
vrij van geleerde juridische beschouwingen, welke in een werk als dit
trouwens ook niet te huis behooren.
Zooals ik boven reeds zeide, handelt het eerste deel over de Rechtsple
ging hij de Landmacht en iaat daarmede in verhand staaten wel meer
speciaal in vredestijd, terwijl in het tweede deel het militair strafivethoek
behandeld wordt; behalve de artikelen van 't Crimineel "Wetboek, vindt
men daarin ook besproken do algemeene beginselen van strafrecht, be
schouwingen over bewijsleer, toerekenbaarheid, poging tot misdrijf, recidive,
verzachtende en verschoonende omstandigheden, samenloop van misdrijven,
daderschap, medeplichtigheid, zoomede over het kenmerkend karakter der
verschillende misdrijven van het gemeene recht, welke het meest door
militairen gepleegd worden en de kennis waarvan derhalve voor den
militairen rechter onontbeerlijk mag heeten, enz.
De schrijver heeft er zich, zoowel in het 1" als 2° deel, bijzonder
op toegelegd om de verschillende wetsbepalingen, welke hoewel onderling
in verband staande, echter, tengevolge der overhaasting, waarmode de
militaire wetten zijn tot stand gebracht, overal in den tekst verspreid
staan, zooveel mogelijk samen te vatten; hij heeft dat met tact en oor
deel gedaan en zoodoende do taak van hen, die de militaire wetboeken
moeten bestudeeren of wel toepassen, zeer vergemakkelijkt; de toelichtin
gen, door hem op de verschillende artikelen van de Rechtspleging bij de
Landmacht en het Crimineel Wetboek gegeven, zijn helder en juist en
bij verschil van meening, ontleend aan de bestaande Indischo jurispru
dentie, terwijl het geheele werk door de talrijke voorbeelden aan de
practijk ontleend, welke er in voorkomen, grootc practische waarde bezit.
Voorzeker zal hot velen niet onwelkom zijn aan het slot van het lü
deel eene uitgebreide verzameling modellen aan te treffen, welke geheel
overeenkomstig de betrekkelijke voorschriften der Rechtspleging bij de
Landmacht zijn samengesteld.
Om kort te gaan, het geheele werk munt uit door volledigheid, helder
heid en eenvoud.
Ik aarzel dan ook geenszins als mijn oordeel uit te spreken, dat het