V.
Ulundi.
Hierbij PI. 1 en V.)
Zooals reeds in het IIIe hoofdstuk werd medegedeeld, was do
opperbevelhebber, de luitenant-generaal Lord Chelmsford, den 23en
Januari 1879 's morgens te Rorke's drift aangekomen met alles wat
er na de verschrikkelijke nederlaag bij Isandhlwana van de centrum
colonne was overgebleven. Gedurende dien dag werd de geïmpro
viseerde versterking daar ter plaatse belangrijk verbeterd, zoodat
die gewichtige post thans met een bezetting van ongeveer 700 man
als volkomen beveiligd kon worden beschouwd.
Den volgenden dag spoedde de opperbevelhebber zich naar Help-
mekaar, waar eveneens al het mogelijke was verricht om de plaats
in staat van verdediging te brengen en welks bezetting nu nog werd
versterkt met de bereden troepen en de artillerie der centrumcolonne;
de beide bataljons hulptroepen dier colonne waren inmiddels van
Rorke's drift gedeserteerd.
Groot was de verslagenheid in geheel Natal door de geleden ne
derlaag teweeggebracht en algemeen verwachtte men nu een vijau-
delijken inval; zelfs voor gewone werkzaamheden kon men in den
eersten tijd geen Inlanders krijgen en vele voerlieden en drijvers
weigerden te werken of deserteerden.
Door het geheele land werden met het oog op een mogelijken
vijandelijken inval verdedigingsmaatregelen genomente Pieterma-
ritzburg. Durban, Greytown, Utrecht, Stanger en andere grensplaat
sen werden versterkte wijkplaatsen (laagers) aangelegd om in tijd
van nood alle Europeesche ingezetenen te kunnen opnemen. Ook
de Inlandsche bevolking meende men niet meer geheel te kunnen
vertrouwen.
In die omstandigheden verstreek de maand Februari zonder dat
het Zululeger, met uitzondering van enkele kleine benden, zich op
den rechteroever van de Tugela-rivier vertoonde, waartoe zeker
veel bijdroeg het feit, dat gedurende al dien tijd de waterstand zeer
hoog was en het overtrekken der rivier door aanhoudende banjirs