Ill uiterst moeielijk werd gemaakt; eene omstandigheid die echter al weder bewijst, dat men bij het aanvangen van den oorlog veel te weinig met de weersgesteldheid rekening had gehouden. Met het aankomen der eerste van alle zijden toestroomende troe penversterking begon de bestaande ongerustheid echter langzamer hand te wijken en het geschokte vertrouwen terug te keeren en zoo kon van af medio Februari, toen het gevaar voor een vijandelijken inval als geweken kon worden beschouwd, de toestand kalmer wor den overzien en in de eerste plaats alles worden aangewend om den te Isandhlwana verloren trein te vervangen. Onmiddellijk nadat het bericht van de geleden nederlaag te Kaap stad was ontvangen, werden de drie daar aanwezige compagnieën infanterie naar Natal gezonden; den 2en Februari kwamen zij te Pietermaritzburg aan. Ook de zich op de oostelijke grens van de Kaapkolonie bevindende vier compagnieën van het 88e reg. inf. wer den, door vrijwilligers afgelost, derwaarts gezonden en den 8en Fe bruari te Durban ontscheept. Den 6en Februari kwam het bericht van de nederlaag bij Isandhl wana te St. Helena en dadelijk werd daar het besluit genomen het geheele garnizoen van het eiland, zijnde één compagnie van het 88« reg. inf. en de 8e batterij van de 7« brigade artillerie (ves- ^nS)) naar Durban te zenden met het oorlogsschip Shah, dat in de haven lag. Dat schip was uit zijn station van de Stille Zuidzee op reis naar het moederland, maar de commandant achtte zich ei gener autoriteit gerechtigd onder de bestaande omstandigheden zijne bestemming niet te volgen. Onmiddellijk werden kolen ingenomen en werd de reis daarna onder stoom volbracht; den 23en Februari bereikte de Shah Simonsbaai en den 6® Maart Durban, alwaar behalve de overgevoerde troep bovendien eene marine-landingsdivisie van 400 man aan wal werd gezet en de beschikbare krijgsmacht dus met 650 man werd vermeerderd. Het tijdstip, waarop men te Londen bericht van het gebeurde ont ving, viel nagenoeg samen met de aflossing van het 57e regiment infanterie te Ceylon door het 102» regiment fuseliers, dat van Gi braltar met het troepenschip Tamar derwaarts was overgebracht. Pei draad werd daarom aan de Tamar bevel gezonden om het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 122