120
De totale sterkte van de voor de» oorlog beschikbare troepen
macht bedroeg tegen het einde van Mei aan combattanten ongeveer
22500 officieren en minderen, waarvan ongeveer 17850 officieren en
minderen bestemd om aan den inval van het vijandelijk gebied deel
te nemen. Omtrent de sterkte en samenstelling van de non-com
battanten en den trein op dat tijdstip zijn geen cijfers met zekerheid
bekend; om de gedachte te bepalen, kan men zonder groote onnauw
keurigheid daarvoor de cijfers stellen, als maximum voor een ep
ander in het VIe hooldstuk (Trein) aangegeven.
Wordt vervolgd