gebonden om aan boord te worden gebracht. De onbereden manschappen
treden dadelijk aan, worden in bakken afgedeeld, gaan aan boord tot
het opbergen van hunne wapens en uitrusting en keeren daarna terug
tot het aflossen van de bereden manschappen. Wanneer deze terugkeeren,
beginnen eerstgenoemde met het overbrengen der kleine bagage.
Zoodra zij door de onberedenen zijn afgelost, treden de beredenen aan,
worden in bakken afgedeeld, gaan eveneens aan boord tot het opbergen
van wapens en uitrusting en gaan daarna terug voor het overbrengen
der tuigen, die bij de tuigenkamer worden neergelegd; daarna begeven
zij zich weer naar hunne paarden en maken deze voor de inscheping
gereed. Een officier en enkele manschappen worden onmiddellijk aan
gewezen om de tuigen in ontvangst te nemen; deze worden van etiquetten
voorzien, de metalen deelen met mercuriaalzalf ingesmeerd en onmid
dellijk in de tuigenkamer opgeborgen.
De kanonniers brengen de munitie aan boord in het munitiemagazijn
en maken daarna de vuurmonden, affuiten en voertuigen voor de insche
ping gereed.
Deze worden zoo mogelijk overgenomen zonder uit elkander genomen
te worden, ook de treinvoertuigen, als het kan, geheel geladen.
Alles wordt van etiquetten voorzien en de kleine bagage in het bagage
ruim geborgen.
Waar dit mogelijk is, moeten de paarden over de loopbrug aan boord
en in de stallen gebracht worden. Het niet gebruiken van de broek
spaart veel tijd uit.
Een officier en zes flinke (resolute) manschappen (die de sporen moe
ten afdoen) van elke troep, batterij of compagnie moeten aan boord zijn
om elk paard in ontvangst te nemen.
Paarden die slaan moeten in de stallen op de vleugels geplaatst wor
den en bij die stallen onmiddellijk de slagborden worden opgehangen.
Een rustig paard moet worden aangewezen, om het eerst aan boord te
gaan en de overige moeten zonder tusschenpoozen onmiddellijk volgen. Zij
worden dadelijk in de stallen geplaatst, te beginnen met de verst afge
legene, daarbij zorg dragende zooveel mogelijk de volgorde van de
gewone plaatsing in de stallen te behouden. Elke twintigste stal wordt
als reserve opengelaten. Zoodra de paarden in de stallen staan, ontvan
gen zij een klein voer hooi.
De hangmatten moeten aan boord altijd om de paarden gehouden wor
den, zonder ze echter aan te raken; de touwen worden goed vastge
maakt, zoodat, wanneer de paarden van de been raken, zij niet kunnen