132
In Nederland gaat 't echter niet aldus.
Na de slachting heeft evenals in Indiè opnieuw keuring plaats,
en wordt wat wij hier niet kennen het geslachte beest op ver
schillende plaatsen van keuringsmerken voorzien. Dat wij dat hier
niet kennen, is natuurlijk een gevolg van de omstandigheid, dat hier
te lande gefourageerd wordt van het gansche beest. In Nederland
zijn die vele merken echter noodig, omdat en hier komen wij aan
een cardinaal punt van verschil de leverancier niet verplicht is te
laten fourageeren van het geheele beest, of liever bij de foura-
geering niet een geheel beest behoeft aan te bieden.
Naarmate van het vleeschverbruik in het garnizoen behoeft nl.
slechts een door de voedingscommissie te bepalen getal geheele, halve
of kwartbeesten onverdeeld aan den balk hangende en voorzien van
de zooeven genoemde keuringsmerken door den leverancier ter leve
ring te worden aangeboden, met dien verstande echter, dat beurte
lings kwartbeesten met één voor- en een achtervoet moeten worden
verstrekt.
Van het aangebodene wordt zooveel afgenomen als voor de be
hoefte van één dag noodig is. Het overschietende kan voor de uit-
deeling van den volgenden dag worden bewaard.
Wat kan of liever zal in den regel van een dergelijke regeling
die, wij erkennen het, door de omstandigheden geboden wordt het
gevolg zijn? Dat de leverancier zal trachten, steeds het eerst die
stukken kwijt te raken, waarin de verhouding tusschen vleesch en
been ongunstig is. Intusschen, hij die fourageert kan daartegen voor
een goed deel waken. Maar hoe nu, als achtereenvolgend de beste
deelen gefourageerd zijn en er stukken zijn overgebleven, waarbij de
verhouding tusschen vleesch en been zeer ongunstig is? De leve
rancier zou dan kunnen vorderen, dat men ook die accepteerde als
afkomstig van het gekeurde beest, waarvan successievelijk de betere
deelen zijn gefourageerd.
Daarmede zoude echter de troep, die fourageeren moet, niet ge
baat zijn. En vandaar de bepaling welke men ook zoo gaarne
voor Indië wenscht dat bij het vleesch de te leveren beenderen
niet meer mogen bedragen dan 1I5 van het gewicht der hoeveelheid
vleesch met been, die gefourageerd wordt. Yoor de te veel geleverde