- 138 -
beenen moet de aannemer een gelijk gewicht aan vleesch zonder
been extra leveren. Men moet erkennen, dat bij de in Nederland
geldende regeling een dergelijke bepaling niet gemist kan worden,
doch men overschatte de waarde er van niet. Die 200/o aan been
deren is een cijfer dat niet spoedig bereikt wordt. Zoo verhouden
zich, volgens Baranskibij ongemeste runderen de beenderen tot het
vleesch als 1: 8 en bij gemeste ossen als 1: 14. König geeft
als gemiddelde ongeveer 16.5.
Door een oordeelkundige distributie bij de fourageeringen nu kan
de leverancier er voor waken, dat nimmer een der troependeelen
vleesch krijgt met meer dan 20% been. Men zou dan ook de ver
onderstelling kunnen wagen, dat de bepaling hoofdzakelijk gemaakt is,
om een billijke verdeeling van het te fourageeren vleesch te verkrijgen.
Heeft echter een dergelijke bepaling in Indië reden van bestaan?
Hier, waar men steeds van een geheel beest fourageert, en waar
wij stelden het reeds in het licht de leveringsvoorwaarden zóó
ruim zijn, dat de leverancier verplicht kan worden in alle opzichten
goede beesten te slachten, die goed, ja zelfs het beste vleesch
afwerpen
Bij dergelijke goed gevoede beesten van middelbaren leeftijd is,
over het heele beest gerekend, de verhouding tusschen been en
vleesch veel gunstiger dan 1 op 5; laten wij echter met König eens
aannemen de gemiddelde verhouding van 1 op 6.5. Bij ontvangst van
het geheele beest kan dan de gewenschte bepaling vau het maximum
toe te laten gewicht aan been geen toepassing vinden, omdat het
slechts van een doelmatige distributie afhangt, om een ieder vleesch
met minder dan 20°/o been te geven. Zij zou dus nog alleen
toepassing kunnen vinden, wanneer minder dan het heele beest wordt
ontvangen. Maar het is lichtelijk in te zien, dat een dergelijke be
paling juist dan nog minder noodig is.
In de gegeven omstandigheden kunnen wij dan ook het nut der
bedoelde bepaling voor Indië niet inzien, ja wij achten die bepaling
zelfs schadelijk.
Het komt er in deze dan ook uitsluitend op aan, goed de hand te
houden aan de voorwaarden en met oordeel en streng te keuren. De
waarborg voor een billijke verhouding tusschen vleesch en been moet
Dl. II, 1891. 10