volledige apotheek en overvloedige desinfectiemiddelen, waaronder gips- poeder voor het opzuigen der urine. Yoor zieke paarden moeten alleenstaande stallen beschikbaar zijn alsB mede draagbare stallen met hijschtoestellen om paarden aan dek in de lucht te kunnen brengen; deze laatste moeten dwarsscheeps staan. Yan veel belang is het, den paarden niet het volle ration te geven, tenzij dit bepaald noodig is, daar de ondervinding geleerd hoeft dat de eerste dagen een klein ration, vooral haver, beter is. Een voorraad wortelen moet aan boord zijn, om naar de behoefte te worden verstrekt. Bij elke pomp moet een groote kuip staan, waarin het drinkwater wordt opgepompt, om van daaruit met ijzeren emmers te worden rondgedeeld; de pompen zijn van sloten voorzien en mogen alleen voor de paarden gebezigd w'orden. Ook moeten kuipen beschikbaar zijn voor het gereed maken van slobbering. Zoodra de paarden aan boord zijn, moet de stal wacht worden aange wezen. De stallen moeten den geheelen nacht verlicht zijn. De tuigen moeten eens in de week aan dek gebracht en. schoonge maakt worden. Per dag wordt verstrekt per paard 80 liters water, 2,25 KG. haver, 2,25 zemelen, 4,5 hooi, wortelen naar behoefte, 0,07 liter azijn, 14 gram salpeter, 140 M°. Dougals poeder (desinfectans), 28 chloorkalk, 56 gipspoeder. Op die verschillende artikelen moet de voorraad berekend zijn, maar de korpscommandant kan de verstrekking regelen naar de behoefte. Yoordat een transportschip zee kiest, wordt in de laatste haven, waar troepen aan boord zijn genomen, en zoo spoedig mogelijk nadat de troep geëmbarkeerd is, eene laatste inspectie gehouden door eene commissie, bestaande uit: 2 zeeofficieren, 1 hoofdofficier, niet behoorende tot de ingescheepte troepen, 1 officier, niet beueden den rang van kapiteiü,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 15