159 transportkosten voor kleeding en wapening, uitgaven voor pakmanden en emballage, alsmede voor gedrukte stukken, vernieuwing en onder houd van bureaubenoodigdheden, enz., welk bedrag door verschil lende belanghebbenden werd genoten. De toegezegde nadere overwegingen en het met het departement van Oorlog gepleegd overleg schijnen toen evenmin als later tot eenig resultaat te hebben geleid. In den uitgewerkten en toelichtenden staat, behoorende bij hoofdstuk I van de Indische begrooting voor 1871, vindt men nog wel de aanteekening „vermindering van het „vaste kader van het koloniaal werfdepot is in overweging", maar overigens werd van de zaak niets meer vernomenzij bleef zooals zij was en werd op den ouden voet voortgezet. Zelfs werden bij de Indische begrooting voor 1877 de toelagen, wegens het vervullen van buitengewone dienstplichten, die, zooals hiervoren reeds werd opgemerkt, weinig reden van bestaan hadden, nog verhoogd en wel, zooals uit de toelichting blijkt, om de volgende reden „Terwijl bij andere speciale korpsen van het leger door den commandant „eene toelage van f 250 a f 300, door de kapiteins van 150 a 200 „genoten wordt, bedraagt de toelage van den commandant en de kapiteins „van het koloniaal werfdepot, wier werkkring niet minder omvangrijk is, „totdusver respectievelijk slechts 150 en 100. Aan die ongelijke bedee- „lingr is het noodig een einde te maken en er wordt mitsdien voorgesteld „om de toelage van den commandant en de kapiteins tot de uitgetrokken „bedragen te verhoogen, met dien verstande evenwel, dat de toelage van „den commandant zal vervallen, wanneer hij eventueel den rang en het „traktement van kolonel mocht bekomen." Ook voor eene verhooging der soldijen van het kader werd inge volge het koninklijk besluit van 10 Februari 1876, No. Ü6, een bedrag van f 1362 meer aangevraagd dan het vorige jaar. Alles werd toegestaan en een paar jaar later werd de commandant tot kolonel bevorderd, waardoor wel is waar de toelage van f 300 voor het vervullen van buitengewone dienstplichten verviel (alsof die toen niet meer behoefden verricht te worden), maar het voor officiers- traktementen noodige bedrag met 1100 vermeerderde. Inmiddels was bij de behandeling van de Indische begrooting voor 1879 in het voorloopig verslag van de commissie van rapporteurs 77 O O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 170