161 (oen dus bij een korps van drie compagnieën, gecommandeerd door een kolonel, 8 adjudant- onderofficieren, terwijl destijds bij een ba taljon infanterie van vier compagnieën slechts één onderofficier van dien graad was. Een der drie officieren van gezondheid werd in dat jaar vervangen door een militair apothekers-bediende. Een van de gevolgen van voortdurende uitbreiding van personeel was natuurlijk dat ook de kosten voor logies, ziekenverpleging als anderszins, steeds toenamen. Zoo werd op de Indische begrooting voor 1883 ten behoeve van het werfdepot aangevraagd eene som van f 70000 tot verbetering van het hospitaal, welke aanvrage op de volgende wijze werd toegelicht: „De voorgenomen verbetering van het hospitaal te Harderwijk, waarvoor „reeds in 1877 plannen werden gemaakt, is dringend noodig te achten. „Een groot gedeelte van dat gebouw is zoo bouwvallig, dat het niet zon- „der aanzienlijke uitgaven in bruikbaren staat kan gehouden worden. De „gelegenheid tot ziekenverpleging is bovendien te gering. De inrichting „bevat thans niet meer dan vier ziekenzalen, waarin slechts 64 lijders ge lijktijdig verzorgd kunnen worden, en bij dit alles komt nog, dat er hoe genaamd geen gelegenheid is tot afzondering van besmettelijke zieken, „wat onlangs toen in weinige weken tijds onderscheidene typhuslijders „uit de kazerne moesten worden opgenomen de ergste gevolgen had „kunnen hebben. Gelukkig heeft de ziekte toen geen epidemisch karakter „aangenomen, maar de Regeering zou niet verantwoord zijn, indien zij, na „de onlangs opgedane ondervinding, in een garnizoen, waar dagelijks vrij willigers uit alle oorden des lands en uit den vreemde aankomen, geen „afdoende maatregelen nam voor het geval dat er onverhoopt eene epide mische ziekte mocht uitbreken. „Men stelt zich voor het oude bouwvallige gedeelte nieuw op te trek- „ken, in dier voege dat ruimte voor omstreeks 50 bedden wordt gewon nen. Een deel van de bestaande ziekenzalen zal dan tevens worden af- 71 „gezonderd voor de verpleging van besmettelijke lijders." Dat de zaak bij de behandeling der begrooting de aandacht ge trokken had, bewijst de volgende aanteekening in het voorloopig verslag van de commissie van rapporteurs der 2e Kamer: „Men vroeg of het personeel, bij het koloniaal werfdepot te Harderwijk „geplaatst, niet bijzonder talrijk is. Ook scheen de som van 70000, „aangevraagd voor verbetering van het hospitaal aldaar, zeer hoog.'

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 172