- 171 ook dat de minister een blaam heeft geworpen op het Indische leger (althans op dat van 1884), die het niet verdient. De minister zoo werd verder door hem gezegd spreekt van het aanhouden van 400 man bij het werfdepot, maar dan moet ik er op wijzen dat de begrooting foutief isdaarin wordt gerekend op 500 man. De minister heeft echter niet mijn beweren weersproken dat bi) het hooge handgeld, hetwelk voor Indië gegeven wordt, een verblijf te Harderwijk aanleiding geeft tot ontucht en zedeloosheid en dat men tegenover dat groote bezwaar, dat overwegend nadeel voor het Indische leger en voor de individuen andere bezwaren niet te breed moet uitmeten en zelfs zoo eenigszins mogelijk, daarover heen moet stappen. De minister van Oorlcg antwoordde hierop nog, dat indien hjj gesproken had zooals de heer Kielstra deed voorkomen, Z. E. zich stellig zou hebben versproken en door daarop te zwijgen, onwillekeu rig te kort zou doen aan het hooge gevoel van achting, dat de minister zeide voor het Indische leger te koesteren. Ik heb gezegd zoo sprak Z. E dat zich onder het groot aantal jonge mannen, die zich voor den Indischen dienst aanbieden ook schuim van mannen bevindt, enz.; maar niet dat het grootste getal uit schuim bestaat. Die rectificatie van den minister, hoe goed ook bedoeld, verander de aan de zaak niet veelbeter ware het geweest de woorden, wel ke aanstoot gegeven hadden, niet te bezigen zij waren toch in het betoog niet noodig. De heer Kielstra had de beleefdheid om de door den minister aangevoerde beweeggronden niet verder te bestrijden of was daarvoor niet voldoeude op de hoogte; het zou hem anders niet moeielijk gevallen zijn daarin eene tastbare overdrijving aan te toonenzoo bv. ten opzichte van het argument dat het personeel van het werfdepot bekend moet zijn met de wetten op den krijgsdienst in bijna alle landen ter wereld, hetgeen in hoofdzaak alleen geldt voor een zeer klein onderdeel van die wetten in Duitschland, België en Frankrijk en dan nog alleen ten opzichte van een paar officieren van het personeel, daar de rest er niets mede te maken heeftzoo bv. betreffende de bewering dat jaarlijks bij het werfdepot ongeveer 2000 recruten worden aangenomen, die niets weten en de hoogst

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 182