176 uit, dan kan die vezelfstof in voldoende hoeveelheid verkregen worden. Wel is waar niet dadelijk; maar loeffa- aanplantingen kunnen ge makkelijk aangelegd worden en spoedig het verlangde opleveren, want de planten groeien snel en brengen binnen het jaar vruchten voort, en als Europeanen en Inlanders weten, dat ze voor een K. G. loeffa- vezels zoo en zooveel kunnen krijgen, dan zullen zij niet ver zuimen om zich op die cultuur toe te leggen. Om eenige zadels met die vezelstof op te vullen, behoeft men slechts eenige rijpe loeffa- (beloestroe-) vruchten op te koopen en daaruit de vezels te nemen. Een ander misschien zeer geschikt artikel tot vulling van zadel kussens zijn de fijne, zeer veerkrachtige woitels van sommige varen soorten, die veel op de bergen en op andere plaatsen groeien. Wat de constructie van zadels aangaat, wordt in verband daarmee, naar mijne meening (evenwel kan ik hierin falen), niet genoeg re kening gehouden met den bouw van het paard, zoodat het dus niet te verwonderen is, dat zoovele zadels niet aan de vereischten van een goed zadel voldoen en daardoor zoovele paarden gedrukt worden. Naar mijn idee dient niet alleen rekening gehouden te worden met den uitwendigen, maar ook met den inwendig en bouw van het paard, waarvoor men een goed zadel wil maken. Een goed zadel, hetzij het voor rijden, hetzij het voor lastdragen bestemd is, moet vooral goed op het paard passen eu op de aan rakingspunten gelijkmatig drukken, met vrijlating van de wervelkolom en van de lange rugspierenbovendien behoort het sterk en licht te wezen, en zoo het een rijzadel is, eene voldoende en makkelijke zittiug aan den ruiter te verschaffen. Beschouwt men dat deel van een goed-gebouwd rijpaard, waarop het zadel komt te liggen, dan bemerkt men: 1°. eene hooge, van boven smalle schoft, welke zachthellend af loopt en ver naar achteren reikt 2°. een korten, breeden, zachtgewelfden rechten rug; 3°. korte, breede, zachtgewelfde en rechte lenden en 4°. pl itgewelfde ribben, welke aan het lijf een eenigszins tonronde gedaante geven. De schoft en de lenden komen bij eene goede plaatsing van het zadel, als dit niet te groot is, slechts voor een klein gedeelte er

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 187