177
onder te liggen. Nam men de huid, welke onder liet zadel komt te
liggen, weg, dan zouden onder de dieper liggende spiermassa's voor
namelijk in het oog vailen: de lange rugspieren, zich uitstrekkende
van het bekken tot aan het ondereinde van den hals en van voren
grootendeels bedekt door de breede rugspieren en de driehoekige
schouder spier en. (Men ga een en ander slechts na in J. Machold's
Zehn Tafeln zur Anatomie des Pferdes).
Verscheidene zadels, zoowel Engelsche als bokzadels, hebben eene
ruime rugvrijheid; plaatst men ze echter op het naakte paard, dan
bemerkt men, dat de groote ruimte van de rugvrijheid veel meer
een gevolg is van den grooten afstand tusschen de ruggegraat en
den wolf of onderzijde van de zitting dan wel van de groote ver
wijdering der kussens of der stegen.
De beide laatste kunnen zeer dicht bij elkaar liggen, terwijl de
afstand tusschen de onderzijde van de zitting en de ruggegraat toch
groot kan wezen.
Indien de ruiter in het zadel zit en de onderzijde van de zitting
steeds 1 a cM, van de ruggegraat van het paard verwijderd
blijft, dan zal, welke bewegingen het dier ook maakt, bedoeld lichaams
deel niet aan drukking blootgesteld zijn. Ook in dat geval echter
kan het zadel nog gebrekkig wezen door drukking te veroorzaken
ter zijde van de ruggegraat
En zelfs zonder wonden of zwellingen te veroorzaken bestaat de
mogelijkheid, dat een zadel een paard min of meer kan hinderen,
doordat of de kussens of de stegen de lange rugspieren vermoeien
door den druk, welken zij op den langen duur daarop uitoefenen.
Elke spier, waarop eene drukking uitgeoefend wordt, kan hare
volle kracht niet uitoefenen en vermoeit zich ten langen laatste door
die drukking.
Daar de lange rugspieren zoo'n voorname rol spelen in verschillende
bewegingen, zou het, dunkt mij, raadzaam wezen ze niet aan drukking
bloot te stellen eu hierom dienen de stegen ver van elkaar verwijderd
te zijn, waardoor eene breede rugvrijheid van het zadel verkregen
wordt.
Bandong. Gr. W. Couperus.