MILITAIRE ZIGZAG FANTASSIN. Als ik zoo het aantal garnizoenen van eenig aanbelang eens naga, dan geloof ik niet dat er veel zijn, waarin door de eene of andere officiers-, onderofficiers- of soldaten-vereeniging niet druk aan de too- neelspeelkunst wordt geofferd. Ja, die kunst wordt hier en daar een rage en zelfs op de planken gebracht, op plaatsen, waar men ontegenzeggelijk voor minder geld voorstellingen van beroepsartisten van veel beter allooi kan bijwonen. Van de vereenigingen van officieren kau ik hier gevoegelijk zwij gen, ze zijn in den regel ook opengesteld voor burgerliefhebbers en voor dames en overigens samengesteld uit werkende leden, zoo man nelijke als vrouwelijke, die op het gebied van tooneelspeelkunst zoo gevoelig zijn als Zondagsruiters over hun rijkunstige bedrevenheid en daarover geen enkel woord kunnen hooren, zonder korzelig te worden. Bovendien, men moet in eene Indische maatschappij zijne eischen niet te hoog stellen, men behoort te overwegen, dat alle middelen om op eene gepaste wijze den tijd stuk te slaan, aanbeveling verdie nen en dat de tooneeluitvoeringen van een of ander liefhebberij-ge zelschap hare waarde ook ontleenen aan de gelegenheid, die ze schon ken om de jeugd een dansje te kunnen laten doen. Rest dus een enkel woord over de vereenigingen van mindere militairen, die van tijd tot tijd aan officieren en hunne dames en ook aan de burgerij de gelegenheid geven om een avond vol kunst- senot te kunnen smaken. Dergelijke clubs staan in den regel onder het zg. beschermheer schap van een officier, die hare belangen behartigt, in de meeste DOOR o

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 189