194 Den 2cn Juni en Volgende dagen werd de voorwaartsche bewe ging, zoowel door de IIe divisie als door de vliegende colonne, die steeds met elkander in gemeenschap bleven, langzaam voortgezet; den 5en Juni ontmoetten de bereden troepen van beide den vijand, die echter met weinig moeite verdreven werddienzelfden dag 's avonds werd het kamp opgeslagen op den rechteroever der Nondurene rivier, waar de eerste versterkte tusschenpost werd op gericht; in 5 dagen was men dus weinig meer dan 30 KM. ge vorderd. Op den avond van den 6en Juni ontstond in het kamp een valsch alarm, tengevolge van het noodeloos schieten bij een veldwacht der hulptroepen, die, niettegenstaande het heldere maanlicht, vijanden meende te zien; het geheele kamp kwam daardoor in beweging en naar alle kanten werd het vuur geopend, zelfs dat der artillerie. Toen het vuren ophield, bleek dat twee onderofficieren en 3 man schappen in de verwarring waren getroffen. Voor de bezetting van den te bouwen-post (fort Ne wdigate) werden bestemd 2 compagnieën van het 2e bat. 21e regiment, twee Gat- lingkanonnen, een compagnie hulptroepen en een escadron Dragoon- Guards; gedurende den bouw betrok de IIe divisie het kamp ver derop aan den linkeroever van de Usrokorivier, waar zij tot den 19en Juni bleef; gedurende dien tijd werd het werken aan het fort Newdigate beveiligd door de vliegende colonne, die ook voorzag in den transportdienst tusschen die plaats en Koppie Allein. Den 18c" Juni waren alle werkzaamheden afgeloopen en betrok de vliegende colonne het kamp in de onmiddellijke nabjjheid van dat der 11° divisie, met de bedoeling om bij de verder te ondernemen voor waartsche beweging steeds in elkanders onmiddelljjke nabijheid te blijven. Tot verdere verzekering van de communicatielijn bleef een gedeelte van het laatste kamp bezet door vier compagnieën van het 2C bat. 21e regiment, twee 7 Sers en een escadron lanciers; die post werd fort Marshall genoemd naar den generaal van dien naam, die inmiddels commandant van al de troepen op de communicatielijn geworden was en behalve de reeds vermelde troependeelen, de 3 escadrons Dragoon-Guards en een escadron lanciers onder zijne be*

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 205