201
1344 officiers- en troepenpaarden.
12 vuurmonden.
2 Gatling kanonnen,
en 147 Inlanders (non combattanten.)
Deze colonne stond onder het bevel van Lord Chelmsford.
Vijf compagnieën van het le bat. 24e reg. inf. en één compagnie
genietroepen, met enkele detachementen van andere korpsen tot
eene gezamenlijke sterkte van 529 Europeanen en 93 Inlanders, ble
ven onder bevel van den kolonel Bellairs tot bewaking van het kamp
daarin achter.
Ten 7 u 30 was de colonne het begroeide terrein op den linker
rivieroever doorgetrokken en op het open terrein gekomen, waarna
onmiddellijk een gesloten opstelling werd aangenomen van den hier
onder aangegeven vorm.