203
den vorigen dag uitgekozen plaats, front naar Ulundi, dat recht Oost
waarts lag.
Zoodra de colonne uit het begroeide op het meer open terrein ge
komen was, kwam de vijand van alle kanten opzetten en spoedig
met de vooruitmarcheerende bereden troepen in aanraking, waardoor
deze genoodzaakt waren terug te gaan en dekking te zoeken achter
de infanterie; tegen 9 uur was alles binnen den rechthoek terug
getrokken.
Zoodra het front was vrijgemaakt opende de artillerie het vuur,
waartoe ook de beide vuurmonden van den linker achterhoek naai
den rechter voorhoek werden verplaatstde uitwerking van dit vuur
was tengevolge van het nagenoeg geheel open terrein zeer moord
dadig. Desniettemin werd de aanval voortgezet en de evenals bij
vroegere gelegenheden in een kring voortrukkende vijandelijke leger
macht kwam dus spoedig binnen het bereik van het geweervuur,
dat nu weldra algemeen werd.
De in eene dichte massa opgestelde colonne aan een convergee-
renden aanval blootgesteld zou zeker zware verliezen hebben geleden,
indien het vijandelijk vuur eenigszins gericht ware geweest; maar
daar de vijand slechts in het wilde vuurde, waren de verliezen be
trekkelijk gering.
Het streven des vijands was om zoo spoedig mogelijk handge
meen te geraken, maar het hevige, goed onderhouden gericht vuur
van de artillerie en de infanterie maakte hem dit onmogelijk en
nergens kwam hij verder dan op een 25 tal Meters van de infan
terie.
Op de rechter zijflank afgeslagen, wendde zich eene groote massa
vijanden naar de achterflank, doch ook hier werden zij door een
hevig vuur neder gemaaid en moesten zij den aanval opgeven; de
voorwaartsche beweging kwam tot staan en daar een gedeelte der
vijandelijke reserves niet vooruitrukte ontstond er weifeling, waar
van snel gebruik gemaakt werd.
Ten 9 uur 25 gaf de opperbevelhebber aan de lanciers last den
vijand te lijf te gaandeze ruiterij, door eene opening in de achter
flank zich naar buiten begevende en op de vijandelijke massa's in-
rennende, deed deze in verwarring uiteen stuiven, zoodat met de