204 lans alles kon worden afgemaakt, wat niet in tijds de omgelegen heuvels kon bereiken. De overige bereden troepen gingen daarop door eene opening in de voorflank naar buiten en wierpen zich aan die zijde op ver schillende hier en daar verstrooide vijandelijke groepen, tengevolge waaraan de vlucht spoedig algemeen werd. De tegenstand had toen weldra opgehouden en de zware verliezen, door den vijand gedurende de vlucht geleden, werden bijna straffeloos toegebracht. Eerst aan den voet der omringende heuvels, waarheen de vluch tenden zich spoedden, werd de vervolging gestaakt en de vijanden, die daarheen de wijk hadden genomen, werden daarna met artillerie vuur verdreven. Nadat de vijand uit het gezicht verdwenen was, marcheerde do colonne steeds in denzelfden vorm tot in de nabijheid van ülundi, alwaar de koningskraal (een ellips met een lange as van 640 M. en een korte van 500 M.) evenals de omringende militaire kraals door de bereden troepen werd in brand gestoken. Na eene korte rust keerde de colonne om 2 uur n. m. naar het kamp aan de Umvolosi terug, dat ten 4 uur bereikt werd. In het geheel had men het betrekkelijk gering verlies van 12 dooden en 88 gewonden te betreuren, dus nog geen 2°/0, terwijl de vijand, die ongeveer 20000 man sterk was, ongeveer 1500 lijken op het slagveld achterliet. Het bericht omtrent de behaalde overwinning werd nog denzelf den avond overgebracht door den heer Archibald Forbes, oorlogs correspondent van de Daily News, die zich daartoe geheel alleen te paard op weg begaf en bereikte den luitenant-generaal Wolseley den 5e" Juli te fort Pearson, terwijl hij het officieele bericht eerst den volgenden dag ontving; de reeds gegeven bevelen werden nu over eenkomstig den nieuw ingetreden toestand gewijzigd. Die toestand was inderdaad belangrijk veranderd, daar met de geleden nederlaag alle vijandelijke tegenstand had opgehouden; het Zululeger was geheel verloopen en Cetywayo met slechts weinig volgelingen naar de Noordelijke grens van Zululand in de wildernis gevlucht, alwaar hij een zestal weken later opgespoord en met behulp van verraderlijke aanwijzingen gevangen genomen werd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 215