205
Het valt buiten het kader van dit opstel om de verdere militaire
maatregelen, waarbij trouwens geen verzet meer viel te onderdruk
ken, te beschrijven en melding te maken van de politieke beëindi
ging des oorlogs; als resultaat van den oorlog zij het genoeg aan
te stippen dat de macht der Zulunatie gebroken was en in den ver
volge geen enkel gevaar meer kon opleveren voor de Britsche heer
schappij in Zuid-Afrika.
Den 16en Juli legde de luitenant-generaal Lord Chelmsford zijn
commando neder en vertrok hij den 16en d. a. v. van Durban via
Kaapstad naar Engeland.
Ten einde als bewijs te dienen van de groote opofferingen, welke
de oorlog heeft gekost, zij het voldoende hier te vermelden dat in
het geheel werden gedood
76 officieren;
1007 Europeesche minderen en
604 Inlanders,
en gewond:
37 officieren
206 Europeesche minderen en
57 Inlanders.
Tusschen 11 Januari 1879 en 15 October van hetzelfde jaar over
leden bovendien 17 officieren en 330 minderen tengevolge van ziekte
te velde opgedaan en werden van het oorlogstooneel geëvacueerd 99
officieren en 1286 minderen.
In het geheel leed de krijgsmacht dus een verlies van 3719 offi
cieren en minderen, of ongeveer 30% 9 maanden.
Opmerkelijk is het ten slotte dat bij het 2e gedeelte van den
oorlog de operatiën met veel meer voorzichtigheid geleid werden dan
bij het le gedeelte en dat men toen nimmer nagelaten heeft alle
denkbare voorzorgsmaatregelen te nemendit was dan ook noodig
en heeft ten slotte den goeden uitslag van den oorlog ver
zekerd. Intusschen blijkt toch ook uit een en ander en vooral uit
de wijze van opstelling der Engelsche troepen gedurende het ge
vecht bij Ulundi, dat ook de moreele indruk, veroorzaakt door de
nederlaag van Isandhlwaua eF toe had bijgedragen steeds te streven
naar eene zooveel mogelijk gesloten opstelling van den troep. Tegen-
Dl. II, 1891. 14