10 Afgescheiden van het bestaande contract is het hoognoodig de vraag te beantwoorden, of de wijze waarop tot nog toe het toezicht op het troepenvervoer is en wordt geregeld en uitgeoefend, voldoen de te achten is en of daardoor klachten kunnen worden voorkomen. Die vraag moet, naar het mij voorkomt, ontkennend beantwoord worden; de ondervinding is daar, om dat aan te tooneu. De voorbereiding en het administratieve toezicht berusten bij de Y® Afdeeliug van het Departement van Oorlog, in de wandeling ge noemd de militaire administratie, welk dienstvak meer zaken zelf standig behandelt, welke daarbjj niet te huis belmoren, terwijl het technisch-tactisch toezicht wordt uitgeoefend door plaatselijke en plaatselijk militaire commandanten, plaatseljjke adjudanten of als zoo danig fungeerende officieren en transportcommandanten aan boord. Dit laatste nu is vooral daarom onvoldoende, omdat de verant woordelijkheid, welke door verschillende autoriteiten wordt gedragen, niet behoorlijk is omschreven, zeer slecht is begrensd, bij verschil lende gelegenheden van de eene op de andere autoriteit wordt overge dragen en vooral omdat zeer dikwijls de gelegenheid en de midde len ontbreken om zich vau de zaken behoorlijk rekenschap te geven, vooral ook tengevolge van den beperkten tijd daarvoor gelaten, die niet altijd het voorkomen van of het onderzoek naar ongerechtighe den toelaat. In den tegenwoordigen toestand is in de bestaande regeling geen verbetering te verwachtenmaar dit kan veranderen door, in navolging van de permanente militaire spoorwegcommis sie in Nederland, eene permanente commissie in het leven te roepen tot voorbereiding, bestudeering en behandeling van alles wat het troe penvervoer in den archipel betreft; die commissie moet staan onder presidium van den Chef van den (leneralen Staf, een vijftal le den telleu, w. o. een kapitein-intendant van de Ve Afdeeling van het D. v. O. en één kapitein van den Generalen Staf (YIIe Afd. D. v. O.), die als secretaris in het bijzonder belast is met het be- studeeren, voorbereiden en onderzoeken van alles wat door de com missie moet behandeld worden en de bevoegdheid moet hebben, plaatselijk alles te onderzoeken wat hij noodig acht; op die wijze kunnen behoorlijk, goed omschreven gedragregels en instructies wor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 21