216 per transportƒ70861.85 Militair onderwijs„700 Gratificatiën bij ontslag uit den dienst100 Geneeskundige dienstmemorie Scheeps- en wagenvrachten, veer- on overvaartgelden. 100 Yuur en licht in de wachten400 Onderhoud en herstelling van gebouwen5060 Totaalf 77221.85 Het zal zeker niemand, die met de in de voorgaande bladzijden geschetste geschiedenis van het koloniaal werfdepot bekend is en weet wat daaromtrent voor en na te doen geweest is, verwonderen dat bij de behandeling van de Indische begrooting voor 1891 met ver nieuwden en krachtigen aandrang werd teruggekomen op de nood zakelijkheid van vereenvoudiging en bezuiniging bij dat korps. In het voorloopig verslag van de commissie van rapporteurs der 2e Kamer vindt men daaromtrent het volgende vermeld „Sommige leden merkten op, dat de organisatie van het werfdepot te „Harderwijk op eene sterkte van ongeveer 500 man ingericht is, te weten „eene gemiddelde sterkte van 400 man en een 70tal gerepatrieerden, „terwijl sedert 1886 de sterkte niet meer bedraagt dan 150 man, omdat „de oefeningstijd van 3 maanden op 1 maand is teruggebracht en sedert „1888 de gerepatrieerden niet meer te Harderwijk komen. Vroeger toen „de geheele werving te Harderwijk geschiedde, de afmonstering aldaar „plaats had, en de soldaten daar vooraf geoefend werden, moge eene zoo „dure organisatie noodig zijn geweest, thans nu de vooroefening niet meer „geschiedt en ook ten behoeve der Indische brigade personen zullen worden „aangeworven, scheen het niet onmogelijk de organisatie in te krimpen „en de kosten aanmerkelijk te verminderen." Ook ditmaal klopte men echter aan een gesloten deur, zooals uit het volgende antwoord blijkt: „Sedert den aanvang van dit jaar is de sterkte aan Europeanen bij het „leger in Nederlandsch-Indië aanzienlijk afgenomen, en het is dus op het „oogenblik hoogst noodig dat het koloniaal werfdepot ongestoord werkzaam „kunne blijven. In de memorie van antwoord op het voorloopig verslag „betreffende de begrooting voor 1890 werd reeds opgemerkt dat, wanneer „door de ervaring meer zekerheid zal zijn verkregen aangaande de levens vatbaarheid der koloniale reserve, van zelf de vraag aan de orde zal ko- „men op welke wijze zij is dienstbaar te maken aan de geregelde uitzen-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 227