11 - den ontworpen voor de autoriteiten belast met het technisch-tactisch toezicht op het troepenvervoer, terwijl de president en secretaris der vaste commissie de bevoegdheid moeten hebben tot inspectie der schepen, zoo dikwijls en waar eerstgenoemde dat noodig acht. Eindelijk is het noodig dat aan het Dep. v. Oorlog een grooter aandeel dan tot nog toe wordt toebedeeld in de controle op het na komen van het contract, gesloten voor het vervoer over zee; verre weg het grootste gedeelte van de met de schepen der maatschappij overgevoerd wordende gouvernements passagiers, goederen en paarden behooren tot het Departement van Oorlog en het is dus niet meer dan natuurlijk dat dit het grootste aandeel in de controle krijgt; de bemoeienissen der militaire administratie daarmede behooren ech ter tot een minimum te worden teruggebracht, in hare plaats moet grootendeels de permanente commissie voor het vervoer treden. Het is vooral ten opzichte van de voorbereiding en het bewerk stelligen van het troepenvervoer in buitengewone omstandigheden, dus bij expeditiën over zee, dat voor die permanente commissie een zeer ruime, belangrijke en dankbare werkkring is weggelegd. De geschiedenis van het troepenvervoer bij de 1° en 2° Atjeh- sche expeditie mag als voldoende bekend worden aangenomen, zoodat hier kan worden volstaan met in herinnering te brengen dat alles wat dat troepenvervoer betrof niet of op uiterst gebrekkige wijze was voorbereid en geregeld, dat daarbij de schromelijkste verwarring en overvulling heeft geheerseht en dat de treurige gevolgen van een en ander zich op zeer bedenkelijke wijze hebben doen gevoelen. Hoe droevig dat ook zijn moge, het zou toch zijne goede zijde hebben, indien men, door de destijds opgedane oudervinding geleerd, later regelingen gemaakt en maatregelen getroffen had om de toen onder vonden moeielijkheden en bezwaren te voorkomen, maar dat is slechts in zoo geringe mate het geval geweest, dat de toestand in hoofd zaak even onvoldoende gebleven is als die vroeger was. Bij elk buiten gewoon troepenvervoer over zee na 1874 is de overvulling der sche pen minder geweest dan in 1873, maar de regeling is niet be ter geworden en er is in niet geringe mate verwarring blijven heer- schen. Wauueer onverwachts de noodzakelijkheid ontstaat tot zulk een buitengewoon troepenvervoer zal men dan ook zeker andermaal

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 22