220
aan, dat al dadelijk een stap in de goede richting wordt gedaan,
en blijf dus mijn amendement handhaven.
Naar onze opvatting was dit juist gezien, want zooals uit de ge
schiedenis blijkt, zijn alle toezeggingen, in deze aangelegenheid ge
daan, steeds onvervuld gebleven.
Nadat de minister op eene desbetreffende vraag van den afge
vaardigde Rooseboom had geantwoord, dat er geen plan bestond om
de aangeworven manschappen langer te Harderwijk te houden dan
tot nog toe gebruikelijk was, omdat de aanvrage uit Indië te groot
was en ook het Indisch bestuur van oordeel is dat voor een langer
verblijf geen termen zijn en Z. E. nogmaals verklaarde niet voor het
amendement te zijn, werd dit in stemming gebracht en met eene over-
groote meerderheid van 43 tegen 18 stemmen aangenomen.
Door deze stemming is dus in den geest van den voorsteller van
het amendement uitgemaakt, dat eindelijk een begin van uitvoering
zal worden gegeven aan de sinds lang als noodzakelijk erkende in
krimping van het koloniaal werfdepot en het terugbrengen van de
organisatie van die instelling tot de werkelijk bestaande behoefte.
Intusschen kan het niet overbodig geacht worden de aandacht
te vestigen op het feit, dat die stemming niet volkomen zuiver ge
weest is als een gevolg van de minder juiste voorstelling, dat er
verband zou bestaan tusschen de koloniale reserve en de tot nog
toe gehandhaafde, onnoodig dure orgauisatie van het werfdepot,
terwijl het, naar wij meenen aangetoond te hebben, volkomen dui
delijk is, dat die twee instellingen niets met elkander te maken
hebben, zoodat de tegenwoordige zg. overgangstoestand niet van
eene reorganisatie van het werfdepot behoeft terug te houden. Zelfs
al bestond de koloniale reserve niet en al blijft het werfdepot uit
sluitend met de suppletie van het Indische leger belast, dan nog is
de capaciteit van dit korps veel te groot, zoodat meer dan de helft
van het daaraan ten koste gelegde bedrag nutteloos wordt uitge
geven een toestand, die reeds sedert meer dan vijf jaren bestaat.
Of de bezuinigingsmaatregelen, welke ten gevolge van het geval
len votum noodig zijn geworden, spoedig genomen zullen worden
en reeds in voorbereiding zijn zal de tijd moeten leereD, voorshands
valt alleen te vermelden dat bij Koninklijk besluit dd. 13 April j.l.