GENERALE STAF EN INTENDANCE.
In de afleveringen van den „Indischen Gids" van April en Mei 1891
wijdt Excavator eenige bladzijden aan den Generalen Staf en de voor
bereiding van militaire expeditiën in Indië, naar aanleiding van een
opmerking in het voorloopig verslag der commissie van rapporteurs
betreffende de begrooting over 1891, dat men in verband met het
gebeurde op Flores terug moest komen op de meermalen verkondigde
stelling, dat de Generale Staf omtrent de plaatselijke gesteldheid de
gegevens behoort te verzamelen, welke bij expeditiën op Java en in
de Buitenbezittingen noodig kunnen zijn.
In het eerste gedeelte van het opstel wordt uit officieele gegevens
aangetoond hoe onbevredigend genoemd moeten worden de resultaten,
verkregen met de tegenwoordige organisatie en wijze van werken
van den Generalen Staf, terwijl in het tweede gedeelte meer speciaal
aangegeven wordt, wat gedaan zou kunnen worden om in den ver
volge bij de een of andere expeditie het verwijt te ontgaan, dat „weer
„de militaire voorbereiding in vele opzichten te wenschen heeft over
gelaten" (bldz. 503).
Met groote belangstelling hebben wij dit opstel gelezen en dit te
meer, omdat wij geheel instemmen met den schrijver, daar waar hij
wijst op de noodzakelijkheid, het oog gevestigd te houden op de
toekomst en voor den Generalen Staf een organisatie eischi, waardoor
hij aan zijn eigenlijke bestemming kan voldoen.
Of het niet slagen der expeditiën naar de Zuid- en Noordkust van
Flores uitsluitend te wijten is aan onvoldoende militaire voorberei
ding, dan wel aan verkeerde handelingen der bevelhebbers, willen
wij hier niet onderzoekendaarvoor ontbreken de gegevens en is al
hetgeen men zoo nu en dan daaromtrent hoort of leest o.i. niet vol
doende om een oordeel te vellen. Critiek te oefenen is gemakkelijk,