227 Van de artikelen 4, 5 en 6 kan men zeggen, dat zij, alhoewel noodig, echter niet zeer instructief zijn, in die gevallen waarin het noodig is te weten, hoe men moet handelen. Het artikel 7 spreekt van het geven van bevelen in het belang van den dienst noodig, en kan dus moeielijk meer evasief gesteld wor den, maar welke bevelen in mogelijke gevallen gegeven dienen te wor den leert men er niet uit, terwijl het laatste gedeelte van dit artikel een voorschrift; bevat, dat, wijl het voor alle chefs van toepassing geacht kan worden, niet speciaal een regeling den Intendance-dienst be treffende genoemd kan worden. De artikelen 8, 9 en 10 handelen over inspectiën en inspectie reizen, die zeker bepaald noodig zijn, maar kenschetsend voor den werkkring van den Hoofd-Intendant is het, dat die inspectiën al leen betreffen de onder toezicht van den Hoofd-Intendant staande administratiën en inrichtingen van het leger en dat voor het houden der inspectiën tot richtsnoer o. a. wordt aangewezen, de XY° af- deeling der Instructie voor de gewestelijke intendanten, welke afdee- ling tot opschrift heeft Van de administratieve inspectiën." Immer en altijd die administratieve dienst, maar geen Intendance- dienst, geen zorgen voor de toekomst, geen werkzaamheden samen vallende met die van den Generalen Staf. Maar nu zijn wij genaderd aan het belangrjjke artikel 11, het artikel, dat genoemd kan worden de hoeksteen waarop een geheele serie artikelen tot een hecht gebouw gestapeld kan worden, welk gebouw men dan met meer recht dan de tegenwoordige instructie zou kunnen noemen„de Instructie voor den Hoofd-Intendantmet weglating van het toevoegsel „der militaire administratie. Gemaks halve laten wij het artikel hier volgen: Artikel 11. De Hoofd-Intendant zorgt dat overal, waar zulks mogelijk en van be lang te achten is, de Intendance zich onledig houdt met het verzamelen van statistieke gegevens, die uit een oogpunt van militaire verpleging of troepenvervoer belangrijk zijn. Hij beraamt, voor zooveel doenlijk, reeds in vredestijd, de middelen, dienstig tot behoorlijke verpleging der troepen in tijden van onrust of

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 238