228 bij militaire expeditiën en treedt tor zake in overleg met den Chef van den Generalen Staf, vooral ten aanzien van de daarmede verband houdende aan den Commandant van het Leger te doene voorstellen. Omtrent alle algemeene maatregelen betreffende de marsch-regelen en het vervoer der troepen, de voorbereiding en uitrusting van militaire expe ditiën, het opleggen van voorraden in versterkingen, zoomede de verple ging van het leger tijdens binnenlandsche onlusten of bij aanval door een buitenlandschen vijand, treedt hij in overleg met den Chef van den Generalen Staf. Naar dat overleg regelt de Hoofd-Intendant de mede te nemen of op te leggen voorraden, wijst het vereischte administratief personeel aan en voorziet het van de noodige instructiën, alles met voorkennis of onder nadere goedkeuring van den Commandant van het Leger. Veel hebben wij hieraan niet toe te voegen, het artikel ademt een nieuwen geest en getuigt van een opvatting van de taak der Intendance, welke niet anders dan de ware kan ge noemd worden. Houdt de Intendance zich echter werkelijk onledig met het ver zamelen van statistieke gegevens, die uit een oogpunt van militaire verpleging of troepenvervoer belangrijk zijn? Zoo ja, op welke wijze en waar vindt men de daarvoor noodige voorschriften, ten einde eenheid in de werkzaamheden te hebben? Beraamt of kan de Hoofd-Intendant reeds in vredestijd beramen de middelen dienstig tot behoorlijke verpleging der troepen in tijden van onrust? En zoo ja, op welke wijze worden de resultaten daarvan bekend Treedt of is de Hoofd-Intendant in overleg getreden met den Chef van den Generalen Staf omtrent de verpleging van het leger tijdens een aan val door een buitenlandschen vijand? Wie weet ons daarop te antwoorden? Men werpe ons niet tegen, dat zoolang geen vast plan van verdediging voor Java is aangenomen, het met mogelijk is een plan van verpleging te maken. Dat eischen wij met, maar wat wij wel verwachten is, dat mocht een plan van verdediging zijn of worden opgemaakt, de Intendance alsdan daarbij een rationeel plan van verpleging zal kunnen voegen, of dat, mocht het oorlogsgevaar dreigen - hetzij van de zijde van een buiten-, hetzij van de zijde van een binnenlandschen vijand des bevelheb bers linkerhand zal blijken niet met lamheid te zijn geslagen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 239