12 de nadeelige gevolgen van gebrek aan voorbereiding en onvoldoende regelingen ondervinden; van de ongeveer 240 troepenolïicieren, wel ke in November 1873 naar A tjeh gingen, zijn er thans niet meer dan een 40ral nog in het leger en de ondervinding toen en later opgedaan, ligt voor een gedeelte begraven in de archieven en wel in zoodani- gon vorm dat die voor het tegenwoordig geslacht bijna niet te raad plegen is. Wat eene behoorlijke voorbereiding en regeling van het troepen vervoer over zee in buitengewone omstandigheden beteekent, kan men eenigszins nagaan, wanneer men overweegt wat omtrent een en ander blijkens het voren medegedeelde al zoo in Engeland is en wordt bepaald en gedaan. Bij ons ligt dat terrein, zeer ten nadeele van de goede zaak, nog zoo goed als braak. Wel is men in zooverre beter dan vroeger voorbereid, dat thans een artikel in het contract (23) is opgenomen, hetwelk aan de Regeering het recht geeft om ten allen tijde op vooraf overeen gekomen en goed omschreven voorwaarden een of meer stoomschepen van de vennootschap in huur te nemen, zoodat men niet meer als vroeger afhankelijk is van soms overdreven eischen die eigenaars van schepen op een gegeven oogenblik goedvinden te stellen, waar door soms buitensporige huurprijzen betaald zijn geworden, maar daar mede houdt de voorbereiding bijna geheel op en men zal moeten toe geven, dat hiermede toch slechts een gedeelte is verricht van het geen noodig is. Eene kleine uitzondering zou men geneigd zijn op dit punt te maken ten opzichte van de artillerie, daar in de Batterijschool, IIe ge deelte vau het voor dat wapen geldende exercitie-reglement een les voorkomt, behandelende het vervoer met stoom-of zeilschepen, waarin voorschriften worden gegeven betreffende het in- en ontschepen van paarden en voertuigen, alsmede betreffende de inrichting van stallen en de verzorging aan boord dier schepen veel meer dan een eer volle vermelding wegens zijn hoogen leeftijd verdient dit voorschrift echter niet; het moge dertig jaar geleden goed en overeenkomstig den bestaanden toestand zijn geweest, thans is dit slechts in geringe mate het gevalzelfs bij den laatsten herdruk van gezegd reglement

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 23