229 Dat bij de tegenwoordige organisatie en wijze van werken der Intendance, die dienst bij voorkomende gelegenheid zal blijken be rekend te zijn voor de taak, welke alsdan van hem gevorderd zal worden, meenen wij dan ook voorshands te mogen betwijfelen. Het zal dan, vreezen wij, maar al te zeer blijken, dat de organisatie en wijze van werken der Intendance evenzoo een hinderpaal is geweest voor een goede voorbereiding, als nu gezegd wordt een gevolg te zijn van de onvoldoende werking van den Generalen Staf. En die Generale Staf wordt nu reeds gerecruteerd uit de beste elementen van het leger, kan men dat ook zeggen van de Intendance? Tot nu toe worden de Intendanten gekozen uit het korps officieren-kwartier meesters en wij behoeven er hier niet aan te herinneren, hoe zonder ling indertijd met de aanvulling van dat korps is omgesprongen, of aan te toonen, hoe onvoldoende de aanvulling van dat korps ook heden nog is. En welken invloed ten goede heeft de reeds sedert tien jaren voor de Indische officieren bestaande gelegenheid gehad, om aan een specialen cursus in Nederland een opleiding voor de Intendance te genieten? Vergissen wij ons niet, dan telt het korps officieren der militaire administratie thans, drie kapiteins-intendanten, vier kapiteins-kwartiermeester en vier eerste luitenants-kwartiermeester, die van die gelegenheid hebben geprofiteerd en zijn er nog een drie tal in opleiding. In het geheel dus elf officieren, die den geheelen cursus hebben doorloopen, terwijl dat aantal op het oogenblik min stens een en twintig had kunnen bedragen. Groot is de invloed van den Intendance-cursus dus niet geweest, en heeft men van die inrichting dan ook niet dat profijt getrokken, als wel wenschelijk, ja zelfs zoozeer noodzakelijk was. Maatregelen zullen dan ook genomen dienen te worden om daarin verandering te brengen. Intusschen is dit slechts een der vele vraagstukken, die behandeld zullen moeten worden, indien de reorganisatie der Intendance aan de orde wordt gesteld. Is het juist, dat zooals Excavator zegt, de tegenwoordige organisatie en wijze van werken van den Generalen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 240