ONS STALEN ACHTERLAADGfESCHUT. De vraag: „moet de bereden artillerie bewapend worden met voorlaad- of met achterlaadgeschut is reeds van ouden datum. Daarop terug te komen zou m.i. niet tot het hedendaagsche meer behooren en zelf geen nut stichten, ware het niet dat juist onlangs in de veel gelezen „Locomotief" deze oude koe uit de sloot werd gehaald door Mars, iemand, wiens stukken altijd blijken gaven van doorzicht en bekwaamheid op militair gebied. Ofschoon het bestrijden van iemands denkbeelden liever behoort te geschieden op de plaats waar deze zijn verkondigd, geloof ik toch dat velen het met mij zullen eens zijn dat een militair tijdschrift zich beter eigent tot het verkondigen van zuiver militaire ideeën dan een courant, die zoo'n tal van belangen van de meest uiteenloopende soort heeft te behartigen en dus in militaire zaken niet altijd kan nagaan, waar de waarheid eindigt en de overdrijving begint. In de Locomotief van 2 Juni j.l. komt dan een artikeltje voor, waarin hoofdzakelijk het tegenwoordige geschut der bereden artillerie afgebroken wordt ten opzichte van het vroegere voorlaadgeschut. Het vervangen van dat laatste systeem door het nieuwere is niet plotseling geschied; het heeft aan de oude rotten van dien tijd (om een uitdrukking van Mars te bezigen) veel hoofdschudden en hoofd breken gekost eer zij er toe overgingen; proeven te Batoe Djadjar, commissiën naar Krupp, integralen en differentialen uit verschillende mouwen geschud, waren noodig, om het achterlaadgeschut in onze bewapening te doen opnemen. In Engeland is men, later dan in andere groote mogendheden, eerst in 84 en 85 er toe overgegaan om het toen bestaande voor laadgeschut der Veld- en Bergartillerie te vervangen; daar dachten de specialiteiten op militair gebied: „laten de heeren op het vaste

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 242