232 land eerst hun gang maar gaanwij zullen dan uit al het goede trachten het beste te kiezen, en dit nog verbetereu" en dit is ge lukt- Engeland en Frankrijk, die toch ook wel eens een tocht laten maken in moeielijk terrein, waar geschut gebezigd moet worden, hebben hun voorlaadgeschut op zijde gezet. De tegenwoordig hier te lande nog altijd gebezigde vestingvuur monden dateeren vrij wel van ouden datum. Zoo is het van de nog niet vervallen 15 cM. Hw. K. moeielijk na te gaan, wanneer de eerste vuurmonden dezer soort in Indië werden aangebracht, tijdens de overname der Koloniën van de Engelschen waren zij reeds aanwezig en toen o. a. in dienst gesteld bij de Rijdende Artillerie (Zie Instructie Inventaris. Hoofdstuk I blz. 42). Wellicht vindt Mars dit vuurmondje (minder snoeperig dan de 7,5 cM.) nog misschien geschikt om onze tegenwoordige veldkanonnen te vervangen; het kan o. a. bizonder goed tegen een stootjeof indien deze houwitser niet in den smaak valt dan zijn er nog kanonnen van 7cm. IJ. Gl. en van 7cm. Br. Gl. Deze geschutsoorten (bierkarren) zijn uitsluitend bestemd tot gebruik tegen een Inl. vijandze zijn zeer licht en kunnen dus, in stede van door koppige muildieren, door gewillige vaste handlangers getrokken worden. Als ik wel weet zijn er resp. ongeveer 250 en 60 stuks in bekwamen toestand voorhanden, dus ruim voldoende voor onze acht batterijeneen groot voordeel is ook nog bovendien, dat, indien de trapjesopzet verbogen is, de richter zijn duim kan bezigen, zijnde het daarbij van minder belang of die duim recht of krom, dik of dun is. Deze soorten vuurmonden zou den echter, scherts ter zijde, m. i. eerder te huis behooren in del 7° eeuw dan in den tegenwoordigen, verlichten tijd; gelukkig dan ook dat het eerste hoofddeel van het officierskorps der Artillerie druk bezig is te werken in den geest van onze ingenieurs en met vreugde zien deze het verouderde geschutstelsel steeds in aantal verminderen, zoodat langzamerhand de voorhistorische kanonnen uit onze bewapening zullen verdwijnen. Eigenlijk is dat te betreuren, want wanneer wij eens te doen mochten krijgen met een vijand, die door lachen te verdrijven is, dan konden wij hem even een kijkje gunnen in onze be wapening en zoodoende zonder bloedvergieten het gevaar keeren. Hu is waar, de hemelhoog geprezen kanonnen Br. Getr. van 8cm.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 243