234
aangewezen projectiel is, dient opgemerkt te worden, dat bij de 7cm. A.
de granaatkartets 80 kogeltjes bevat, terwijl bij de 8cm. Br. Getr. dat
aantal 69 bedraagt; voorwaar geen gering verschil. Ongetwijfeld
laat de werking der tijdbuis met sasring nog veel te wenschen over;
weet Mars geen middel hierin verandering te brengen? Tot nu
toe meen ik dat alle aangewende pogingen mislukt zijn; het denk
beeld, om de sasringen afzonderlijk in blikken bussen te bewaren
(zooals bij de sasringen tot buizen voor puntgranaatkartetsen tot
12cm. A.) en eerst bij gebruik aan te brengen, schijnt tot nu toe
geen resultaten te hebben gehad; wel nam de sectie bergartillerie
bestemd voor de expeditie naar Noord-Flores de sasringen mede in
blikken bussen, maar aangezien ten genoege van enkele kamerleden
de sectie niet gevuurd heeft, valt er van de werking van dit
middel niets te zeggen. Laat het een troost wezen dat ook in
Europa desasringen-quaestie veel moeite gekost heeft en soms nog
kost.
De buizen voor puntgranaatkartetsen tot 12cm. en 8om. zijn daaren
tegen uitstekend; niets is gemakkelijker dan het granaatkartetsvuur
te regelen indien men zundertjes gebruikt, want deze kunnen zeer
zuiver getempeerd worden!
Het verbuigen van den opzet bij het nieuwere berggeschut komt
ook al dikwijls voor; dat vindt zeker zijn oorzaak in het feit, dat bij
het rijden op zeer oneffen terrein of bij het doortrekken van slooten
of diepe greppels het soms noodig kan zijn de stelschroef geheel in
te draaien, in welk geval de opzet uitgenomen en tijdelijk in de linker-
gereedschapstasch moet worden opgeborgen, en als de opzet verbo
gen door het rollen in de modder en dus niet meer te gebruiken is,
dan kan dat niet verholpen worden.
Maar indien nu eens de opzet in de modder gebleven en de
reserve opzet nergens te vinden is, wat dan? Trouwens, de opzet
kan een verkeerden, scheven stand in den koker aannemen waardoor
de trefzekerheid verloren gaat en dat kan bij het voorlaad bergge
schut niet, want daar plaatst de richter den tap van den opzet in
het gat van de viziernok en overtuigt hij zich dat de opzet lood
recht staat, waarvoor hij langs de linker opstaande zijde kijkt; der
halve yan onnauwkeurigheden hier geen sprake.