13 -
(1879) was het voorschrift reeds grootendeels verouderd.
Zooals reeds gezegd werd, is het dus vooral op het terrein van
de voorbereiding en de technisch-tactische uitvoering van het troepen
vervoer over zee in buitengewone omstandigheden, dat de in
het leven te roepen permamente commissie in de eerste jaren een
vruchtbaar arbeidsveld zal vinden dit blijkt voldoende uit het me
degedeelde betreffende den in Engeland bestaanden toestand.
In de eerste en voornaamste plaats zal die commissie zich hebben
bezig te houden met het bestudeeren van de inrichting en de
capaciteit van alle schepen der paketvaartmaatschappij, zoodat te
voren kan worden uitgemaakt welk aantal troepen, geheel uitgerust,
van den korpstrein en al wat daarbij behoort voorzien, met elk
schip kan worden overgevoerdwelke wijzigingen elk schip moet
ondergaan, welke inrichtingen moeten worden aangebracht en welke
voorzieningen overigens moeten worden getroffen hetzelfde geldt van
schepen geschikt voor het vervoer van paarden. Yoor elk schip
moet een uitgewerkt plan op het hoofdbureel van den Generalen Staf
gereed liggen, zoodat men in elk gegeven geval zonder tijdroovend
onderzoek onmiddellijk kan bepalen welke schepen men voor een
zeker doel noodig heeft; wenschelijk is het zelfs inrichtingen, die op
de schepen moeten aangebracht worden, gedeeltelijk in voorraad op
te leggen; alles zal dan ordelijk en in korten tijd kunnen geschieden.
Het spreekt overigens van zelf, rlat de schepen, welke het best voor
het vervoer van troepen geschikt zijn, alléén op de hoofdlijnen in
de vaart mogen zijnten einde ze in den kortsten tijd op een der
hoofdplaatsen van Java beschikbaar te kunnen hebben.
Men kan zelfs van het in art. 21 van het contract bepaalde, dat
de stoomschepen eerst na eene schriftelijke vergunning van den Gou
verneur-Generaal in de vaart gebracht mogen worden, gebruik maken
om bij de geleidelijke vernieuwing der schepen verbeteringen te laten
aanbrengen, die het troepenvervoer ten goede komen, Aannemende
dat bij een vloot van dertig schepen minstens één nieuw schip jaar
lijks in dienst gesteld wordt, heeft mende gelegenheid om de inrich
ting van elk nieuw schip zoodanig te doen wijzigen, als de onder
vinding als wenschelijk heeft doen kennen.
Alhoewel dus, zooal3 uit het vorenstaande gebleken is, het con-