240 „aangekomen. Bij het vallen echter van eenige schoten onder de voorhoede „dier gewapenden, welke reeds op de passeerbaan van de nieuwe Ivotta „Kertosono waren voortgerukt, beving dezelve zoodanig een schrik, dat zij „niettegenstaande de pogingen van den Resident om hen staande te houden, „achteruit trokken, zich geheel uiteen verspreidden en den Resident met „zijn schrijver en oppasser gansch alleen lieten. De positie van den „Resident was hierdoor zeer hachelijk geworden. Uit een dessaop den „weg, waarlangs hij zijn terugtocht moest nemen, werden op hem eenige „geweerschoten gelost, waarop hij besloot een rivier over te zwemmen, „hetgeen hem gelukte, bereikende hij zonder eenig letsel den oever op de „zijde van 's Gouvernements grondgebied." „Den volgenden dag trokken de troepen onder bevel van den kolonel Bon- „nelle verzeld van den Resident en den Regent van Soerabaija te Bandjir Je- „gerover de rivier en dadelijk op tegen Kertosono. De vijand, die aanvanke lijk ernstigen wederstand scheen te willen bieden, vlood, na door het geschut „en klein geweer eenige dooden en gewonden te hebben bekomen. De „troepen bemachtigden spoedig de nieuwe Kotta, welke in den asch werd „gelegd en zouden onverwijld den Tommangong in zijnen Dalem binnen de „oude Kotta aantasten. De uitslag dezer operatie kon eerst met de eerst volgende post vernomen worden.' Deze berichten omtrent de expeditie naar Kertosono in eenige opzichten onnauwkeurig en zeer onvolledig zijnde, zoo heb ik vermeend een meer met de waarheid overeenkomende beschrijving, van hetgeen daarbij is voorgevallen, te moeten geven. De betrekking van comman dant der Artillerie, welke ik bij die expeditie heb vervuld, heeft mij in staat gesteld om alle bijzonderheden, die daarop betrekking hebben, na te gaan. Dit geschiedt alleen om aan te toonen, hoe verkeerd men zoude doen, om vele der officieele rapporten en mededeeliogen in de Javasche couranten, omtrent den oorlog op Java van 1825-1830 voorkomende, tot richtsnoer te nemen bij het tot stand brengen eener ware en onpartijdige geschiedenis van dien oorlog De opstand in de Vorstenlanden had reeds bijna vier maanden geduurd en met afwisselend geluk hadden onze troepen getracht de in rust zijnde Gouvernementsdistricten tegen de invallen der muitelingen te beschermen en de uitbreiding van den opstand tegen te gaan, doch in weerwil van alle onze pogingen, waren de opstandelingen op ver scheidene zijden in de Gouvernementsdistricten, zooals in die van de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1891 | | pagina 251