242
vernement op te vatten, kwam hij met den kolonel Bonnelle, com
mandant van de 3e Groote Militaire Afdeeling overeen, om dadelijk
genoemden Pangeran in zijn eigen land aan te vallen en daardoor
den geest van oproer, die vooral in het Djapansche slechts een inval
van de muitelingen vvaehtte om los te breken en dan ongetwijfeld
tot de overige districten zou overgeslagen zijn, te trachten te on
derdrukken.
Te dien einde werd bepaald dat de kolonel Bonnelle zich met een
detachement Infanterie en Artillerie naar Bandjir Jeger zou begeven,
terwijl de Resident Besier van zijne zijde met de gewapende Inlanders,
door den Regent van Soerabaija tot dat einde verzameld en waarop
men meende te kunnen vertrouwen, ook naar die plaats zoude mar-
cheeren om aldaar gemeenschappelijk te trachten den oproerigen
Pangeran van Ivertosono te straffen en tot onderwerping te brengen.
De detachementen Infanterie en Artillerie, enz. tot de expeditie bij
Dagorder van den kolonel-commandant der afdeeling van den I7en
October 1825 bestemd, bestond uit:
Infanterie. Artillerie.
2 kapiteins 1 kapitein
3 luitenants I 2 luitenants
7 onderofficieren! ul0Peanen onderofficieren en korporaals
85 flankeurs 1 tamboer
1 luitenant 22 kanonniers
10 onderofficieren I 10 id. Inlanders
15 korporaals Inlanders
43
4 tamboers
Artillerie-trein (als cavalerie
3 pijpers
158 fuseliers
toegerust).
1 luitenant
1 wachtmeester I
2 brigadiers 1 Europeanen
1 trompetter
1 zadelmaker
20 Inl. treinsoldaten
238
Pioniers
1 luitenant en
25 Inlandsche pioniers
26
26
Het materieel der Artillerie, hetwelk medegevoerd werd, bestond uit